Rotterdam
28 apr. 2011
2 minuten
Iedereen die de komende jaren techniek gaat studeren is verzekerd van een baan’, zo stelde Martin van Pernis, president van KIVI NIRIA en voormalig CEO van Siemens Nederland, op Maintenance NEXT 2011.
Volgens Van Pernis heeft Nederland de komende 5 tot 10 jaar een chronisch tekort aan technici op mbo-, hbo- en wo-niveau, onder meer op het gebied van elektrotechniek, werktuigbouwkunde en ICT. Doordat systemen en processen in rap tempo complexer worden en investeringen fors hoger, ziet Van Pernis een toenemende behoefte ontstaan in de markt om nieuwe systemen te ontwikkelen, maar ook om bestaande installaties te ‘upgraden’. Hoogwaardige technici zijn hiervoor onmisbaar, zo is hij van mening. Momenteel is van de 25 duizend KIVI NIRIA-leden naar schatting een derde actief in de onderhoudswereld. Omdat dit aantal de komende jaren fors zal toenemen, moeten volgens Martin van Pernis initiatieven worden ontplooid door het bedrijfsleven, het onderwijs en de politiek. Nieuwe technologieën hebben het onderhoud van installaties immers veranderd van correctief naar preventief. Onderwerpen als ‘remote control’ en ‘remote programming’ hebben de rol en het niveau van de onderhoudsspecialist wezenlijk veranderd.
Race tegen de klok
Ook is het essentieel dat de maakindustrie, die hierin een wezenlijke rol speelt, de komende jaren haar krachten bundelt en de noodzakelijke aandacht van de politiek krijgt. Verder is het volgens Van Pernis belangrijk dat ingenieurs aan de buitenwereld laten zien hoe trots ze zijn op de fantastische projecten die ze gerealiseerd hebben. Met andere woorden: breng grote projecten meer onder de aandacht van het grote publiek en de politiek. KIVI NIRIA en andere organisaties leggen zich daarom nadrukkelijk toe op het promoten van het vak techniek in het onderwijs, onder meer door het initiëren van gastlessen op het gebied van techniek op lagere en middelbare scholen. KIVI NIRIA start in mei aan de TU Eindhoven een zogeheten ‘CEO cyclus’.
Tijdens een viertal lezingen kunnen toekomstige ingenieurs dan kennismaken met CEO’s van grote, technische ondernemingen. ‘Door jonge mensen op deze wijze een kijkje te gunnen achter de schermen van het bedrijfsleven, wordt de interesse en de betrokkenheid bij de technische bedrijven groter. Door het goede kennisniveau in Nederland kunnen we daarbij een essentiële rol spelen.’
Na de TU Eindhoven zal een soortgelijke cyclus georganiseerd worden aan de TU Twente en aan de TU Delft. Hoewel het een race tegen de klok is, heeft Van Pernis er alle vertrouwen in dat het aantal techniekstudenten de komende jaren door bovengenoemde initiatieven fors zal toenemen.