Het eerste contact met Solar Team Twente legde Veerman op de Metaalunie nieuwjaarsreceptie. ‘Toen ik tijdens de receptie tegen hen zei, ‘als je een keer wat gemaakt wilt hebben voor de Red E, laat het weten’. Nog geen week later stond Sybren Wubs, technisch manager van het Solar Team Twente bij ons op de stoep met tekeningen van de fusees, voor de wielophanging van de zonneauto. Voor ons was dit freeswerk een uitdaging, omdat het relatief kleine producten zijn waar wij tot dan alleen maar grotere producten verspanen. Maar we zijn de uitdaging aangegaan. Wubs stuurde ons de STEP-files van de fusees en we zijn ermee aan de gang gegaan. Met behulp van ons CAM-systeem en de nodige uurtjes programmeren, hebben we de STEP-files omgezet naar bewerkingsprogramma’s voor onze Deckel Maho DMF360 Linear vijfassige freesmachine.’
Veerman weet nog dat het frezen van de fusees niet zo eenvoudig was. ‘We hebben eerst geëxperimenteerd met proefstukken, vooral om de juiste gereedschappen te bepalen. We moesten met hele kleine frezen van ø2-3 mm in het aluminium plaatmateriaal kamers frezen om de fusees zo licht mogelijk te krijgen. We hebben speciaal voor dit project nieuwe gereedschappen moeten aanschaffen.’
Voor Veerman was dit een prestigeproject. Al met al zijn we er een paar maanden bezig mee geweest, niet continu. En als ik alle uren optel – frezen plus programmeren en finetunen dan hebben we er zeker 300 uur in gestoken.’
Met de Red E zonneauto gaat het Solar Team Twente op 13 oktober van dit jaar de strijd aan tijdens de tweejaarlijkse Bridgestone World Solar Challenge in Australië. Daar gaat het erom wie in de snelste tijd de 3.000 km overbrugt op alleen zonne-energie.
Presentatie van de Red E zonneauto waarmee het Solar Team Twente op 13 oktober van dit jaar de strijd aangaat tijdens de tweejaarlijkse Bridgestone World Solar Challenge in Australië.
Behalve het frezen van kleine producten is de samenwerking met de universiteit voor Veerman ook een middel om contacten op te bouwen met een universiteit. En dat dan weer specifiek voor Veerman’s andere bedrijf Peppink Mills, een bedrijf dat hij in 1997 deels uit een faillissement (zie kader) heeft overgenomen. Peppink Mills ontwerpt en levert maalmolens voor het malen van monsters (samples) van kuilvoer, granen, cacao maar ook metaalpoeders voor 3D-printen etc. ‘Het engineeren van molens is geen simpele aangelegenheid, het gehele maalproces is complex. En dan is het wel handig als je kunt terugvallen op ondersteuning van een universiteit.’ De afgelopen jaren zegt Veerman zelf drukker te zijn met Peppink dan met Veerman. Peppink is dan ook sterk geprofessionaliseerd en er zijn veel nieuwe types molens ontwikkeld. De goede samenwerking met Mohammad Mir Mohammadi Shojaï, een gevluchte Iraniër afgestudeerd aan de Universiteit van Teheran heeft geen windeieren gelegd.
‘Sinds Mohammad er is zijn we meer nieuwe producten aan het ontwikkelen, vaak gestimuleerd door specifieke vraag van klanten. We hebben nu een heel mooi product staan, de Peppink 700 W molen. De grootste Peppink-molen ooit. De 700 staat voor de diameter van het slagkruis in de molen. Deze 700 W is verkocht aan Fierens in België. Fierens gaat er haverhullen mee malen tot een bloemig product. Een nieuw ontwikkelde Peppink 200AN-D molen werd onlangs geleverd aan Cargill in Zaandam voor het malen van cacaomonsters. Een andere geheel nieuwe sample mill is ontwikkeld voor Seges in Denemarken en bevindt zich nog in prototype/ testfase. Deze Peppink 200CM cyclone mill zal te zien zijn op de beurs Solids in Rotterdam.
Kijkje in de werkplaats van Machinefabriek Veerman.
Opa Gerrit Veerman (*1888) begon in 1915 met Machinefabriek G.R. Veerman en produceerde vooral eigen producten zoals machines voor de vlees-, conserven- en lasindustrie (autogeen). Het bedrijf staat op bijna een hectare grond waarvan zo’n 3.000 m2 bebouwd, volledig ingesloten door woningen, midden in het dorp Olst aan de Ds. K. Terpstrastraat. Vader Gerrit Veerman (*1916) is langzaam in het bedrijf gegroeid en volgde zijn vader op na diens overlijden in 1955. Gerrit Veerman jr. heeft op advies van zijn vader een commercieel economische opleiding gevolgd. Maar hij was techneut in hart en nieren en is door praktijkervaring opgedaan in de Machinefabriek Veerman en door veel zelfstudie geworden tot een technisch specialist, die ingenieurs bij klanten als AKZO en Philips kon adviseren. Door slechte gezondheid moest hij stoppen in 1980, hij overleed in 1985. Omdat Ruud in 1980 nog te jong (18 jaar) en niet opgeleid was om het bedrijf over te nemen, werd er een externe directeur aangesteld. Juni 1988 behaalde Ruud zijn HTS diploma Werktuigbouw en na onverwacht vertrek van de toenmalige directeur eind 1987 werd hij formeel op 1 september 1988 de nieuwe directeur. Toen toch al een bedrijf met 20 medewerkers.
Er volgden goede jaren en groei tot in 2008 de crisis kwam en een mega-order van Teijin voor spinkasten op het laatste moment niet doorging. In 2012 werd Veerman getroffen door de sluiting van de productie van de grootste klant Houttuin in Utrecht. Voor Houttuin werden grote pomphuizen gelast en bewerkt en leverde vele jaren achtereen een omzet op van meer dan €750.000. Na ruim 10 jaar hield dat op, dat was een flinke aderlating. ‘Die omzetdaling hebben wij weten op te vangen door nieuwe klanten in België en Duitsland te werven. Daarna zijn we redelijk constant gebleven rond de huidige 23-25 medewerkers.’
Veerman is naast toeleverancier, huisleverancier voor Peppink. Het bedrijf heeft een machinepark om te draaien, frezen, kotteren, lassen en meten. In juli van dit jaar zijn daar twee freesmachines aan toegevoegd: de vijfassige DMG Mori DMU 50 ecoline en de vijfassige Deckel Maho DMU 65 monoBLOCK. ‘Met de komst van deze bijna nieuwe machines komt automatisering in beeld. De machines zijn dusdanig opgesteld dat daar ruimte voor is. Dat moet wel, want het zijn, ondanks dat ze tweedehands zijn, geen goedkope machines. Dus daar moet je meer spiluren mee maken. Met deze machines gaan we meer opereren in nichemarkten’, vertelt Veerman. Of er in de toekomst de vierde generatie Veerman aan het roer komt, betwijfelt Veerman. Ik heb drie studerende dochters in de leeftijd van 19, 21 en 23 jaar, maar geen van drieën heeft momenteel belangstelling voor opvolging. Alle drie doen zij wel eens werkzaamheden voor het bedrijf. Mijn oudste dochter helpt mij naast haar studie met de voorbereiding voor de beurs Solids. Dus, wat niet is, kan komen’, besluit hij.
‘De afgelopen twee jaar is de groei van Peppink verdrievoudigd, terwijl Machinefabriek Veerman met 10 tot 15 procent groeide. De toeleveringsmarkt is een vechtmarkt waardoor de prijzen onder druk staan.’ De verklaring hiervoor is volgens Veerman dat Peppink een eigen product heeft en het eigen product verder ontwikkeld. ‘Export heeft daar een grote rol in gehad. Zo hebben we de afgelopen drie jaar een aantal slagkruismolens geëxporteerd naar Rusland, Wit-Rusland, Finland, Zweden, Oostenrijk, Brazilië, Engeland, Duitsland, België en Frankrijk. Onze molens zijn breed inzetbaar, van granen, kruiden, cacao, vanille, suiker, lactose, kunststoffen, zelfs Titanium, etc. De verkoop is niet gigantisch, daar moeten we nog in groeien. Op een totaalomzet van 2 miljoen euro is de omzet van Peppink ongeveer 25 procent. Dat doen we met zeventien vaste krachten en zeven uitzendkrachten. Om de groei van Peppink Mills verder te stimuleren nemen we dit jaar voor het eerst deel aan de vakbeurs Solids Rotterdam op 2 en 3 oktober.
Ruud Veerman bij de Peppink 700 W slagmolen, de grootste molen die ze tot nu toe produceerden.
Peppink begon eind negentiende eeuw aan de Looiersgracht in Amsterdam. Eerst als timmerlieden, die later traditionele Nederlandse windmolens gingen bouwen. Daar staat er overigens geen een meer van. Maar vanaf begin 1900 – toen de elektromotor ingeburgerd raakte – begon Peppink elektrische kruisslagmolens te bouwen. In 1971 overleed directeur-eigenaar Peppink, wat in 1973 resulteerde in de overname door Machinefabriek Bloemendal in Deventer (voorheen Ten Zijthoff/Heemhorst/Bloemendal). Na ups en downs ging Bloemendal failliet in 1997 en werden alle Peppink activiteiten overgenomen door Machinefabriek Veerman. Voorheen directeur Hendrik Bloemendal jr. kwam samen met monteur Jan Kalkhaar mee uit het faillissement. In de schoot van Veerman heeft Peppink zo’n kleine 10 jaar voortgekabbeld. Na zijn ‘VUT-periode’ kwam de toen 65-jarige Jan Kalkhaar terug in dienst en heeft hij zich opnieuw in deeltijd 10 jaar lang voor Peppink ingezet en veel ‘maalkennis’ overgedragen aan Ruud Veerman zelf en andere Veerman en Peppink-medewerkers.
In 2016 kwam een gevluchte Iraanse werktuigbouwkundig ingenieur Mohammad Mir Mohammadi Shojaï in dienst van Peppink. Resultaat van de goede samenwerking met Ruud Veerman is dat veel nieuwe molens zijn ontwikkeld en Mohammad steeds meer de verantwoordelijk krijgt voor de engineering van de Peppink-molens. Het bedrijf levert vooral slagkruismolens, maar incidenteel ook hamermolens en pennenmolens.
De standaard AN type molens zijn slagkruismolens, uitgevoerd in gietijzer of giet-RVS. De W type molens zijn uitgevoerd in gelaste vorm, waardoor meer klantspecifieke variaties mogelijk zijn.
Sinds kort kunnen alle Peppink Molens volgens ATEX-normering geleverd worden. De voor zover bekend oudste nog werkende Peppink slagkruismolen in Nederland, dateert van 1948 en maalt iedere dag van de week poedersuiker bij een grote producent van snoepgoed.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…