16 okt. 2007
1 minuut
VELDHOVEN – Daadwerkelijk automatiseren in de productie vergt méér dan een robot en offline programmeren. Slechts een handvol bedrijven doen daadwerkelijk ‘s avonds het licht uit en laten de spillen van de freesmachines doordraaien. Dat zal anders moeten, om de toekomst van de verspanende industrie in Nederland te garanderen. Deze conclusie kan getrokken worden na de derde editie van Efficiënt Verspanen, het tweedaagse evenement van het Mikrocentrum waar dit jaar zo’n zestig bedrijven aan deelnamen.
Professor Rüdiger Haas, verbonden aan het Institut für Fertigungstechnik und Produktion aan de universiteit van Karlsruhe, schetste een soms ‘onthutsend’ beeld van de verspanende industrie in Duitsland. Haas heeft met zijn instituut onderzoek gedaan onder vierhonderd Duitse mkb-bedrijven waar frezen en vonken de sleuteltechnologie zijn. Ze passen nauwelijks nieuwe technologieën toe om het verspaningsproces efficiënter te maken. ProFit 2007, zoals het onderzoek heet, toont aan dat nog geen 10 procent van de bedrijven alle nieuwe technieken, zoals hogesnelheidsfrezen, palletwisselaars en gereedschapswisselaars inzet. ‘Slechts een klein deel ziet in dat extern opspannen zinvol is.’
Franc Coenen
Meer over dit onderwerp in het volgende nummer (week 42) van Vraag en Aanbod.
Anderen lazen ook
