Als je een gouden plak wint op de Olympische Spelen, win je eigenlijk vooral zilver. Het verschil met de tweede prijs is een dun laagje goud op de medaille die de winnaar krijgt. Met een bronzen plak heb je voor een heel klein bedrag aan koper en zink om je nek hangen.
Dat meldt RTLZ. Het is niet alles goud dat er blinkt, ook niet op de Olympische Spelen. Het zou te duur worden om medailles van massief goud te maken. Een olympische medaille weegt namelijk 500 gram. Als die helemaal van goud zou zijn, dan zou dat omgerekend zo’n 19.500 euro kosten. In de gouden medailles zit wel goud, maar het is wel heel weinig: iets meer dan 1 procent. De rest is bijna allemaal zilver (91,4 procent) en wat koper (7,4 procent). Een zilveren medaille bestaat (verrassing) bijna volledig uit zilver: 92,5 procent. De rest is koper. Niet gek: goud is 68 keer zo duur als zilver.
Brons: geen tin, maar zink
De bronzen plak doet ook zijn naam geen recht aan. Die bestaat namelijk vooral uit koper (97 procent) en voor de rest uit zink. Echt brons is een legering van koper en tin (10 tot 30 procent).
Wellicht dat het verschil in prijs tussen tin en zink een rol speelt. Tin is acht keer zo duur als zink.
Gouden plak 221 keer meer waard dan brons
Wat zijn die plakken dan waard? Voor een gouden medaille is in totaal 510 euro aan metalen nodig: daarin zit voor 290 euro aan zilver en 230 euro aan goud (plus twee dubbeltjes aan koper). Een zilveren medaille is ongeveer de helft waard: zo’n 290 euro aan zilver en een paar dubbeltjes aan koper. De waarde van een ‘bronzen’ medaille is een lachertje. Daar zit voor ongeveer 2,30 euro aan koper en zink in. De mannen acht die onlangs brons won met roeien, kreeg weliswaar acht medailles, maar de waarde van het metaal dat er in zit is dus nog geen twee tientjes. Het ‘goud’ dat turnster Sanne Wevers in haar eentje wist binnen te slepen is 28 keer zo veel waard.
Vroeger was goud echt goud
Als je aan eerdere Olympische Spelen mee deed, was je een stuk beter af. Bij de Spelen van 1904, 1908 en 1912 kreeg je een medaille die van puur goud was, alhoewel ze wel kleiner waren. Daarna werd dat te duur. De gouden plak die je bij de Olympische Spelen in 1908 in Londen (die trouwens een half jaar duurden) kreeg woog 72 gram en was daarmee veel minder groot dan de medailles die nu worden uitgereikt. Maar omdat die medailles uit 1908 volledig uit goud bestonden, waren ze veel meer waard: tegen de huidige goudprijs bijna 2.800 euro.