Door Nederlandse bedrijven en instellingen werd in 2014 ruim 13 miljard euro uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling (R&D), 3 procent meer dan in 2013. Bedrijven en hogere onderwijsinstellingen gaven meer geld uit aan R&D, publieke onderzoeksinstellingen minder.
Daarnaast nam ook het aantal bedrijven dat innoveert, de afgelopen jaren toe. Bedrijven gaven in 2014 met 7,4 miljard euro het meeste geld uit aan R&D. Het zijn vooral de grotere bedrijven die hieraan geld besteden. Van de uitgaven wordt 60 procent gedaan door bedrijven met meer dan 250 werknemers. De industriële sector geeft het meest geld uit aan R&D. Deze sector is verantwoordelijk voor 59 procent van de uitgaven. Opmerkelijk is dat in de industrie de R&D-uitgaven maar door een kwart van de bedrijven voor hun rekening worden genomen. In de periode 2012-2014 was 47 procent van de bedrijven bezig met een vorm van innovatie. Hierin is niet-technologische innovatie inbegrepen. Het aantal innoverende bedrijven was hoger dan in de periode 2010-2012 (38 procent). De groei zat vooral in technologische innovaties ten behoeve van het productieproces. De productinnovaties namen daarentegen nauwelijks toe. R&D-uitgaven zijn vooral gericht op technologische innovaties. Bijna 17 duizend bedrijven rondde in de periode 2012-2014 één of meerdere van dergelijke technologische innovaties af. Dit is een toename van 7 procent ten opzichte van de periode 2010-2012. Ook het aantal bedrijven dat technologische innovaties in het verschiet heeft, nam toe.