Koninklijke Metaalunie heeft de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken in een brief gevraagd af te zien van de door BZK-minister Ollongren voorgestelde benchmark woonlasten. ‘Metaalunie vreest dat door het vergrootglas leggen op de woonlasten van alleen de burger het mkb wordt vergeten en daardoor de lokale lastenproblemen voor het mkb alleen maar verergeren’, zo zegt Jos Kleiboer, directeur Beleid Metaalunie.
De benchmark woonlasten zou vanaf 2020 ingevoerd moeten worden als alternatief voor de macronorm die een maximum stelt aan de stijging van de OZB-opbrengsten van alle gemeenten samen. Metaalunie is voorstander van de invoering van een harde zogenaamde micro-norm, in plaats van de huidige zachte, niet nageleefde macro-norm, waardoor wel de beoogde beperkte jaarlijkse OZB-/lokale lastenstijging bereikt wordt. ‘Terug naar het oude maximale tariefverschil van 20 procent tussen woningen en niet-woningen zou het mkb ook helpen’, voegt Kleiboer toe.
Mkb-bedrijven in de metaalsector, ervaren op het gebied van OZB al jaren onrechtvaardigheden zo stelt Kleiboer. Als voorbeelden noemt hij lastenverzwaringen die substantieel hoger zijn dan de inflatie en de steeds groter groeiende tariefverschillen tussen woningen en niet-woningen. ‘Dit laatste is in het nadeel van niet-woningen, lees: mkb’, zegt hij. ‘Waar dit tariefverschil vroeger gemaximeerd was tot 20 procent, is dit nu veel hoger en nog steeds oplopend.’ Maar ook de onmogelijkheid voor het mkb om tegen deze tariefstellingen en differentiatie succesvol te ageren is een doorn in het oog. ‘Gemeenten hebben meer oog voor de belangen van de burgers dan voor de mkb-ondernemers’, vat Kleiboer de kritiek op het OZB-beleid samen.
Met de brief aan de vaste Kamercommissie ondersteunt Metaalunie ook de reactie van VNO-NCW en MKB-Nederland van 14 mei jl. op de brief van Minister van BZK over de benchmark woonlasten.