De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft vorig jaar 2.448 arbeidsongevallen onderzocht, waarbij 2.386 slachtoffers vielen. Daarvan waren 69 dodelijk, blijkt uit de Monitor arbeidsongevallen van 2023.
Vooral kleine bedrijven en sectoren zoals waterbeheer, afvalverwerking, de bouw en de landbouw blijken risicovolle werkterreinen te zijn. Een opvallende bevinding is dat valpartijen het vaakst leiden tot arbeidsongevallen. Daarnaast zijn mannen en oudere werknemers (55+) vaker slachtoffer van ongelukken, hoewel in specifieke sectoren ook jongeren, vooral onder de 25 jaar, significant risico lopen.
Arbeidsmigranten lopen extra risico
Dit jaar heeft de Arbeidsinspectie extra aandacht besteed aan ongevallen onder arbeidsmigranten, vooral degenen die zijn ingeschreven in de Registratie Niet Ingezetenen (RNI). Het onderzoek toont aan dat deze groep een verhoogd risico loopt op ongevallen. Per 100.000 banen gebeuren er onder arbeidsmigranten in de RNI 37 ongevallen, vergeleken met 26 onder andere werknemers. Het overlijdensrisico onder deze groep is zelfs twee keer zo hoog, met een sterftepercentage van 4 procent ten opzichte van 2 procent bij andere slachtoffers.
Volgens de Arbeidsinspectie is het hogere aantal ongevallen onder arbeidsmigranten mogelijk te verklaren door taal- en cultuurbarrières, tijdelijke contracten en de vaak risicovolle sectoren waarin ze werken, zoals de metaalindustrie, slachterijen en landbouw. Het niet goed begrijpen van veiligheidsinstructies en een afhankelijkheidspositie ten opzichte van de werkgever kunnen hierbij een rol spelen.
Melden verplicht
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om ernstige arbeidsongevallen direct te melden bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. Dit geldt voor ongevallen die leiden tot ziekenhuisopname, blijvend letsel of overlijden. De Arbeidsinspectie gebruikt de resultaten van de jaarlijkse monitor om gerichte inspectieprojecten op te zetten en zo preventieve maatregelen te versterken.