Minder vaak numerus fixus voor technisch onderwijs

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Als het aan onderwijsminister Ingrid van Engelshoven ligt, moeten onderwijsinstellingen voortaan toestemming vragen om een numerus fixus op bepaalde opleidingen te zetten. FME pleit al jaren voor het afschaffen van de numerus fixus op technische studies, door het schreeuwend tekort aan technisch personeel.

Met de op handen zijnde aanpassing van de Wet op het hoger onderwijs, lijkt deze wens nu in vervulling te gaan.

‘Het invoeren van een toestemmingsvereiste voor het instellen van een numerus fixus, zal ertoe leiden dat de toegankelijkheid van technische opleidingen toeneemt’, zegt FME-voorzitter Ineke Dezentjé. Alleen als een instelling actief op zoek is gegaan naar andere mogelijkheden om de capaciteit te vergroten, alle mogelijkheden tot samenwerking met andere hoger onderwijsinstellingen en het werkveld in de regio verkend heeft, kan toestemming voor een numerus fixus worden gegeven. ‘En de minister kan besluiten tot toestemming voor kortere periodes en het verbinden van voorwaarden aan de capaciteitsbeperking. Meer maatwerk is dus mogelijk’, zegt Dezentjé.

 

Nederland loopt achter

Maar met dit wetsvoorstel zijn we er nog niet. Nederland loopt schrikbarend achter als het gaat om de instroom in technische studies. In Education at a Glance concludeert de OESO (2018) dat er in Nederland een stuk minder afgestudeerden zijn dan in andere OESO landen in ‘engineering, manufacturing and construction’ in het hoger onderwijs. Slechts 8 procent van de afgestudeerden in Nederland krijgt een dergelijk diploma, tegen 14 procent gemiddeld in de andere OESO landen.’ 

 

Het invoeren van een toestemmingsvereiste voor het instellen van een numerus fixus, zal ertoe leiden dat de toegankelijkheid van technische opleidingen toeneemt. De Nederlandse technologische industrie werkt samen met universiteiten om capaciteitsproblemen te helpen oplossen. FME heeft in 2017 de handen ineen geslagen met de vier Nederlands technische universiteiten (Delft, Eindhoven, Twente en Wageningen) om verdere groei van technische opleidingen te faciliteren (Pact 4TU). Tijdelijke en structurele maatregelen zijn nodig om de huidige kwaliteit van het technisch onderwijs te waarborgen. Dezentjé: ‘Onze bedrijven spannen zich in om onderwijsinstellingen te helpen, niet alleen met hybride docenten, maar ook door het beschikbaar stellen van laboratoria en lokalen. Ik stel zelfs ons FME auditorium in Zoetermeer beschikbaar voor colleges.’ 

 

Compensatieregeling

‘Ook wil FME een compensatieregeling die het aantrekkelijk maakt voor bedrijven om hun werknemers te stimuleren (deels) voor het onderwijs te kiezen. Een dergelijke WBTO (Wet Bevordering Technisch Onderwijs) kan ontwikkeld worden naar het voorbeeld van de bestaande WBSO-regeling (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk). Dit kan een bijdrage leveren aan het oplossen van het docententekort in de volle breedte van het onderwijs.’