Mkb-Infra: realistisch social-returnbeleid biedt uitkeringsgerechtigden echt werk

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Mkb-infrabedrijven staan open voor het inzetten van uitkeringsgerechtigden. Zij zien dit als hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Deze bedrijven ervaren echter veel knelpunten bij de door overheden (veelal gemeenten) opgelegde social-returnverplichtingen bij het aanbesteden van werk voor een deel van de aanneem- of loonsom.

Ook gemeenten hebben nog weinig ervaring met een goede inzet van social return. Zo blijkt uit het TNO-project ‘Beter samenwerken rond social return’. Op basis van dit project heeft Mkb Infra een handleiding ‘social return on investment in mkb-infrabedrijven’ samengesteld met knelpunten, conclusies, aanbevelingen en praktijkvoorbeelden.

Mkb-infrabedrijven ervaren bepaalde eisen van gemeenten als niet-realistisch of moeilijk uitvoerbaar. Dan gaat het om het stellen van steeds hogere percentages social return op basis van de loon- of aannemingssom of eisen dat bij elke nieuwe aanbesteding een nieuwe medewerker aan werk moet worden geholpen.

Kaartenbak

Ook zijn sommige opdrachten van te korte duur om social return te kunnen toepassen of wordt op basis van laagste prijs aanbesteed, waardoor er geen ruimte is om bijvoorbeeld medewerkers op te leiden. Daarnaast kennen veel gemeenten de in te zetten mensen uit de kaartenbakken niet, waardoor ze onvoldoende weten over de mogelijkheden van deze mensen.

Een boete voor bedrijven waar social return niet is gelukt, ook bij een goede verklaring, wordt als zeer onbillijk ervaren. En bij economische tegenwind leidt de inzet van mensen uit de kaartenbak tot verdringing van reguliere BBL’ers, hetgeen niet de bedoeling kan zijn.

Uitwisseling van ervaring

Uitwisseling van ervaring in een niet-commerciële situatie kan veel misverstanden of knelpunten uit de weg ruimen, zowel bij gemeenten als bij ondernemers. Duurzame inzetbaarheid en continuïteit zijn beter bereikbaar door één uitkeringsgerechtigde langdurig in te zetten bij eenzelfde bedrijf, in plaats van telkens wisselend voor korte periodes andere uitkeringsgerechtigden.

EMVI

Hiertoe is wel regionale samenwerking tussen gemeenten en mkb-ondernemers nodig. Ook zou het waarderen van de totale inzet van een bedrijf voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het hanteren van EMVI in plaats van ‘laagste prijs’ bij aanbesteden, knelpunten weg kunnen nemen.

Het zou praktisch zijn als gemeenten accepteren dat voor de social-returndoelstelling uitkeringsgerechtigden en kandidaten uit het hele land, en niet alleen uit de eigen kaartenbak, mogen meetellen. Dit stimuleert bovendien de inzet van leerlingen en werklozen door bedrijven. Het op orde brengen van kaartenbakken en het voorbereiden van kandidaten kunnen tevens een stap in de goede richting zijn.

Arbeidspool

Tenslotte kan de opzet van een arbeidspool voor social-returnkandidaten waarborgen dat deze mensen aan het werk blijven. De infra-opleidingscentra (SPG’s) kunnen hierin een belangrijke partner zijn, omdat zij op dit moment al voor 50 procent social-returnkandidaten uit de kaartenbakken leveren.

Door middel van het TNO-project zijn op basis van praktijkvoorbeelden en gesprekken tussen ondernemers en gemeenten onder andere bovenstaande knelpunten naar voren gebracht en aanbevelingen gedaan. Dit heeft geresulteerd in de ‘Handleiding en praktijkvoorbeelden social return on investment in mkb-infrabedrijven’. De handleiding is voor leden van Mkb Infra te downloaden van www.mkb-infra.nl of te bestellen bij het secretariaat.