MNE ondernemersdiscussie België-Nederland eindstand: 2-2

Tijdens deze discussie stelde hoofdredacteur Vraag & Aanbod Rolf Elling aan twee Nederlandse en twee Belgische ondernemers vragen die een discussie moesten uitlokken. Voor België waren aanwezig Gwendolyn Degrijse, van constructiebedrijf Degrijse en ondervoorzitter van Vlamef, de Vlaamse federatie voor de kmo en Karel Dierick, ceo Mondiale. Nederland werd vertegenwoordigd door Peter Voogd, directeur Schouten en Visschers’ Metaalwarenfabriek uit Epe en Ferdinand Nibbeling van 247Tailorsteel uit Varsseveld.

Naar toekomst kijken

In de discussie werd onder meer stilgestaan bij de crisis in België en Nederland, het internationaal DNA bij toeleveranciers, het subsidiebeleid in beide landen, de impact op de bedrijfsvoering van al dan niet het bezitten van familiekapitaal en de samenwerking tussen de industrie en technische universiteiten.

Allereerst bracht Karel Dierick in dat hij eigenlijk het woord crisis niet meer wilde horen. ‘We moeten naar voren kijken en de crisis nu maar eens achter ons laten.’ Peter Voogd vulde aan dat in Nederland de crisis zich voornamelijk afspeelde bij banken en de woningbouw. Ferdinand Nibbeling stelde vast dat de opgaande flow inmiddels weer is ingezet. 247Tailorsteel levert aan diverse branches op maat lasergesneden buis- en plaatmaterialen.

Exportdrang

Over het hebben van exportdrang stelde Gwendolyn Degrijse vast dat Belgische ondernemers inderdaad wel wat meer over de landsgrenzen mogen kijken. ‘Het gebeurt nu wel mondjesmaat. Ze staafde dit met de opmerking dat op beurzen zowel in Nederland als in België steeds meer Belgische en Nederlandse ondernemers zijn te vinden. ‘We weten elkaar steeds meer te vinden.’ Belgische bedrijven doen best veel aan export, het komt alleen niet zo veel in het nieuws, wist Karel Dierick te melden.

Peter Voogd: ‘De Nederlandse markt is simpelweg te klein voor bedrijven om voldoende werk binnen te halen. België is wellicht ook voor ons een interessante markt. Voor ons is echter de Duitse markt in eerste instantie aantrekkelijker omdat we daar zo zijn. In afstand en dus tijd is België voor ons al drie uur rijden. En als het werk ook binnen handbereik is te halen, hiermee doelend op de Duitse markt, doe je dit eerder.’

Subsidies

Bij het item over de verschillen in het aanbieden en verkrijgen van subsidies kwam de Belgische teloorgang van Ford Genk aan de orde. Karel Dierick: ‘Tja, kijkend naar de teloorgang van Ford Genk, daar had onze overheid wel wat aan mogen doen. Ze hebben hier te laat nog getracht iets aan te doen.’ Gwendolyn Degrijse vindt dat er wel veel informatie over subsidies aanwezig is bij bijvoorbeeld Agoria en in Nederland de Metaalunie. ‘Het is wel noodzaak dat ze de ondernemers hierbij de helpende hand bieden en goede ondersteuning verlenen.’

Ferdinand Nibbeling stelt vast dat het vooral voor de kleine ondernemers vaak een wirwar van regels is en bovendien kost het veel tijd om subsidie aan te vragen.’ Het bedrijf zelf heeft recent twee Europese subsidies verworven. ‘Hier zijn we wel maanden mee bezig geweest. Dit zou wat ons betreft wel wat vereenvoudigd mogen worden.’

Eigen kapitaal

Belgische bedrijven hebben vaak een groot aandeel familiekapitaal in de onderneming zitten. Nederlandse bedrijven hebben dit in verhouding minder en bij investeringen gaan ze wel wat sneller naar de bank voor een financiering. Belgen zijn wat voorzichtiger, vinden de Belgische deelnemers aan deze discussie. ‘Aan de andere kant moeten we wel blijven investeren want doe je dit niet betekent dit achteruitgang van je onderneming. Investeren is de beste garantie voor de toekomst’, vindt Gwendolyn Degrijse.

Bij de Nederlandse ondernemers ligt dit wat genuanceerder. ‘We kijken al snel naar nieuwe en andere vormen van financiering zoals crowdfunding.’ Peter Voogd is van mening dat je als bedrijf eerst voldoende financiële body moet hebben en daarna pas moet gaan investeren.

Overnames

Over de toename van het aantal overnames van vooral de kleinere bedrijven, zijn de dame en heren het niet geheel over eens. Peter Voogd ziet niets in overnames, veel meer in strategische samenwerkingsverbanden. ‘Overnames zijn niet goed voor de flexibiliteit van je onderneming, met strategische samenwerkingspartners kom je veel verder. Ieder houdt zijn eigen identiteit en specialismen.’ Karel Dierick vindt de samenwerking met de Nederlandse partners prima verlopen. ‘Het is denk ik ook afhankelijk in welke markten je opereert.’ Gwendolyn Degrijse beaamt dit. ‘Door meer samenwerking te zoeken, al dan niet door een overname, bundel je wel de krachten. En dat maakt je sterker.’

Kansen in beide landen

Het is zowel voor Belgische ondernemers als voor de Nederlandse gemakkelijk om zaken met elkaar te doen. Al is het alleen maar omdat er dezelfde taal wordt gesproken althans in Vlamingen. ‘Ik denk dat er voor beide landen een markt is. Als je naar de Nederlandse export kijkt, staat Duitsland op één en België staat op de tweede plaats. Dit geeft al aan dat er voldoende beweging is’, aldus Ferdinand Nibbeling. Gwendolyn Degrijse merkt ook dat er beweging zit in de richting naar Nederland. We weten elkaar meer en meer te vinden. We zien ook dat de federaties steeds meer in overleg zijn met elkaar.

Automatisering

De deelnemers spreken zich niet uit over de vraag of er door automatisering banen verdwijnen of juist niet. Gwendolyn Degrijse is wel stellig. ‘Automatisering is een absolute noodzaak om de hoge loonkosten terug te dringen. Ook Peter Voogd ziet financiële voordelen in automatisering. ‘Op deze manier kunnen we de productie in eigen land behouden.’

Cultuurverschillen

Over de cultuurverschillen doen beide partijen niet al te moeilijk. Karel Dierick vindt het werken met Nederlanders altijd wel prettig en strak verlopen. ‘Je weet bij een Nederlander al snel waar je aan toe bent, een Belg daarentegen wil er wel eens omheen draaien.’ ‘We moeten wat opener naar elkaar worden, want de grenzen zijn weg en de markten liggen open’, vindt Gwendolyn Degrijse.

De slotconclusie die kan worden gemaakt, is dat het bewustzijn van Belgische en Nederlandse ondernemers voor elkaars markten er wel degelijk is. Bovendien zoeken de Belgen en Nederlanders elkaar vaker op om te komen tot verrijking van elkaars bedrijvigheid.

Rolf Elling

Recent Posts

Subsidie om werknemers meer uren te laten werken

Werkgevers- en werknemersorganisaties, brancheorganisaties en O&O-fondsen kunnen van 13 januari 2025 tot en met 14…

1 dag ago

Kleineondernemersregeling versoepeld

De Belastingdienst gaat de kleineondernemersregeling (KOR) versoepelen per 1 januari 2025. Voor wie wil weten…

1 dag ago

Extra miljoenen voor Defensie-industrie

Het kabinet denkt dat onze veiligheidssituatie verslechtert en gaat daarom 716 miljoen euro extra investeren…

1 dag ago

TNO en Universiteit Twente slaan handen ineen voor Twentse chipindustrie

Op de campus van de Universiteit Twente (UT) komen drie Joint Innovation Centers (JIC’s) van…

1 dag ago

TBI Praktijkfonds en Stichting ZWBT inspireren scholieren voor bouw en techniek

Met een nieuwe samenwerking willen het TBI Praktijkfonds en Stichting ZWBT (Zorg, Welzijn, Bouw en…

1 dag ago

Staalmarkt kijkt met spanning naar 2025

De staalmarkt wordt geconfronteerd met een groeiend aantal onzekerheden, die verstrekkende gevolgen kunnen hebben, zowel…

1 dag ago