Nederlandse ondernemers in de industrie zijn positiever dan veel van hun Europese collega’s. Dit meldt het CBS op basis van statistieken van de Europese Commissie. De Europese indicator van het producentenvertrouwen, die iets afwijkt van de Nederlandse, stond in november voor Nederland op 2.
Het gemiddelde producentenvertrouwen in de Europese Unie (EU) was negatief (-3,5). Ondernemers in Slovenië, Hongarije en Zweden waren het meest optimistisch. Europese ondernemers in de industrie zijn gemiddeld negatief gestemd. Slechts in een aantal landen, waaronder Nederland, hebben positief gestemde ondernemers de overhand. Producenten in Griekenland en Polen waren in november 2015 het negatiefst met scores van respectievelijk -16,6 en -11,5.
Nederlandse producentenvertrouwen
Met 2 ligt het Nederlandse producentenvertrouwen ruim boven het tienjarig gemiddelde. Het Nederlandse tienjarig gemiddelde is met -3,1 minder negatief dan het Europees gemiddelde (-5,9). De enige landen met een positief saldo zijn Tsjechië en Slowakije. Poolse en Griekse producenten zijn gemiddeld het negatiefst gestemd met scores van respectievelijk -12,6 en -11,9. In januari 2008 bereikte het producentenvertrouwen in Nederland het hoogste punt in de afgelopen acht jaar (5,1).
Dieptepunt
Het dieptepunt (-25,4) werd bereikt in februari 2009. Vanaf maart 2013 is de trend stijgend. Het Europees gemiddelde is daarentegen sinds oktober 2014 niet of nauwelijks veranderd. Sinds april 2015 hebben positief gestemde ondernemers in Nederland de overhand. Met een waarde van 2 is het producentenvertrouwen echter nog een stuk verwijderd van het niveau van voor de crisis. Het producentenvertrouwen is opgebouwd uit drie deelindicatoren. Deze indicatoren zijn een weergave van de mening van de producent over de orderportefeuille, de voorraad gereed product en de verwachte bedrijvigheid voor de komende drie maanden. De Nederlandse producent was in november 2015 vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid dan gemiddeld in Europa.