Kleef (D)
11 Jun. 2014
3 minuten
Bedrijven in de grensstreek in Nederland en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen willen elkaar beter leren kennen. Dit was de aanleiding voor de bedrijvenbijeenkomst voor de maakindustrie Nederland – Noordrijn-Westfalen.
‘Het initiatief is genomen door de ondernemersverbanden Noordrijn-Westfalen en het consulaat Düsseldorf. Daarna klopten ze aan bij de Metaalunie, FME en VMO. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de invulling van deze bedrijvenbijeenkomst op Schloss Moyland’, vertelt Paul Verlinden, beleidssecretaris internationaal ondernemen bij de Metaalunie. ‘Er ligt nog veel exportpotentieel naar de Duitse industrie en we zien dat er veel kansen worden gemist. Het gaat er vandaag om dat bedrijven, ondernemers, elkaar beter leren kennen, contacten leggen en er een bais wordt gelegd voor toekomstige opdrachten.’ Vanuit de Metaalunie waren 25 leden aanwezig op deze bedrijvenbijeenkomst.
Naar vijftig procent
Eén hiervan is Egbèr Smits, directeur van RVS non-ferro uit Uden. ‘We exporteren nu zo’n 23 procent naar Duitsland en dit moet de komende jaren doorgroeien naar 50 procent. We ontwikkelen en produceren hoogwaardige producten uit roestvast staal en aluminium. Maar het zijn vaak oplossingen die we vervaardigen. Opdrachtgevers schakelen ons in voor de realisatie van complete installaties, machines en frames. Van engineering tot productie, assemblage en montage. Je hebt het hier dan over de complete ketenregie,’ geeft Smits aan. ‘Het is een goede zaak dat we elkaar op een dergelijke meeting treffen. Het elkaar weer even spreken, kijken of er nieuwe contacten kunnen worden gelegd, het is belangrijk ook voor de toekomst.’ De bedrijvenbijeenkomst was vooral een gelegenheid voor matchmaking-gesprekken tussen de aanwezige Duitse en Nederlandse ondernemers. In korte sessies van 5 minuten werd de wederzijdse interesse afgetast en potentiele samenwerking onderzocht. ‘U heeft allemaal belangstelling voor grensoverschrijdende business. Daarom bent u hier’, verwelkomde Metaalunie-directeur Jos Kleiboer eerder op de dag de aanwezige ondernemers. Kleiboer vindt dat we veel gemeen met hebben met de ondernemers over de grens. ‘Soms rijden we 100 kilometer naar het westen, terwijl het misschien wel beter is om 10 kilometer naar het oosten te gaan. Vergeet niet dat onze export naar Noordrijn-Westfalen nog altijd groter is dan die naar China. Voor de Nederlandse ondernemers geldt dus; grijp je kansen.’
Betere netwerkers
En dat is precies waar het drijvende kracht achter de bedrijvenbijeenkomst in Sloss Moyland, Unternehmerschaft Niederrhein, om te doen was. Voorzitter Ralf Schwartz: ‘Nederland en Duitsland hebben zo’n 400 kilometer gezamenlijke grens. Dat biedt al zoveel kansen. Deze bijeenkomst gebruiken we om het grensoverschrijdende gesprek te openen.’ Frank Wittig, directeur van Wittig GmhB, doet al langer zaken met Nederlandse partners. ‘Nederlanders zijn goede netwerkers. Als Duits bedrijf is het makkelijker op een partners te vinden dan andersom denk ik. Nederlanders zijn zakelijk gezien sneller, flexibeler, moediger, creatiever en betere netwerkers. Daar kunnen wij Duitsers van leren.’ De ondernemer vindt ook dat de spraakmogelijkheden meer benut moeten worden. ‘Een Hollander probeert altijd Duits te spreken. Of het nou goed is of niet; als ik het maar begrijp. Duits is nog altijd de meest gesproken taal in Europa en niet het Engels.’ Niet alleen op het gebied van handel liggen er kansen voor samenwerking, ook het aspect opleiden verdient grensoverschrijdende aandacht. Wittig: ‘Op opleidingsgebied kunnen we veel van elkaar leren. Zo is het niveau van Hollandse academici erg hoog. Daarentegen leiden wij in Duitsland wellicht beter en meer vakkrachten op.’ Het evenement in Kleef trok een kleine tweehonderd genodigden, waarvan zo’n 40 procent Nederlanders en 60 procent Duits was. ‘Je ziet dat de deelnemers heel actief aan het programma deelnemen. Bijvoorbeeld aan het onderdeel matchmaking. En dat is goed, goed voor het uitwisselen van de bedrijfsactiviteiten en goed voor de onderlinge relaties’, stelt Toine Straatman, regiosecretaris Gelre bij de Metaalunie vast. Veel onderneming komen uit zijn regio en hebben stuk voor stuk interesse om meer zaken te doen met Duitse bedrijven. ‘Het is soms wel een beetje met hagel schieten, aangezien bedrijven elkaar wel spreken, maar elkaar nog helemaal niet kennen. Maar dat is niet zo’n probleem, je weet immers maar nooit wat er uit komt. Wellicht kunnen we de contactmomenten in een vervolgbijeenkomst wat strakker op elkaar afstemmen.’