De Nevi PMI daalde van 53.7 in maart naar 53.4 in april, het laagste cijfer in negen maanden. De werkgelegenheid steeg echter licht in april, volgens de respondenten door een toename van de activiteiten en door inspanningen om de capaciteit te vergroten. Volgens Nevi-hoogleraar Arjan van Weele gaat het goed met de groei van de Nederlandse industrie!’
‘Het beeld is onveranderd getuige de Nevi-Purchasing Managers’ Index over april. Deze registreerde met 53,4 een licht lagere waarde dan in maart (53,7) (een waarde >50 duidt op groei van de bedrijfsactiviteiten).’ Van Weele concludeert dat de groei van de industrie zich voortzet, zij het dat het groeitempo afzwakt. ‘Dat lijkt ook voor de hand te liggen na de stevige groeicijfers van de afgelopen 10 maanden. Ook in april konden bedrijven een stevige orderportefeuille opbouwen, zowel door toeneming van de orders uit het buitenland als het binnenland. Daarbij blijft de prijsinflatie merkwaardigerwijze beperkt.’
Inkoopprijzen
‘Inkoopprijzen stegen in het geheel niet terwijl bedrijven de verkoopprijzen iets naar boven bijstelden. Men blijft op order produceren, hetgeen de lange levertijden verklaart. Bedrijven peinzen er niet over om te investeren in voorraden. Er worden alleen grondstoffen en componenten besteld voor productie die verkocht is; productie die gereed is wordt meteen aan de klant uitgeleverd. Dit streven is duidelijk in de cijfers van de afgelopen maanden zichtbaar’, concludeert Van Weele.
Van Weele denkt niet dat de grenzen van de groei in zicht komen. ‘Ten eerste omdat de Nevi PMI zich nog steeds op een goed niveau manifesteert. Ten tweede omdat de omliggende landen in de eurozone gemiddeld op een PMI-waarde zitten van 54,0. Daarvan zal Nederland gezien onze economie zeker van kunnen profiteren. Reden waarom ik mijn rapportcijfer handhaaf op 7.4′, besluit de hoogleraar.
Productie
De groei van de productie bleef aanzienlijk, al was deze wel de kleinste in zes maanden. Het totaal aantal nieuwe orders steeg in de geringste mate sinds juli vorig jaar, maar de export orders stegen fors en sterker dan in maart.
De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de vierde maand op rij, echter in geringe mate. De voorraad gereed product daalde minimaal.
De verkoopprijzen stegen voor de tweede maand op rij, zij het gering. Daar stond tegenover dat de inkoopkosten in de grootste mate daalden sinds juli 2013.
De levertijden waren opnieuw langer, maar deze verlenging was de kleinste sinds september vorig jaar. De inkoop van grondstoffen en halffabricaten nam toe en hetzelfde gold voor de voorraad ingekocht materiaal.