De NEVI PMI kwam in december uit op 46,2. Dat is niet veel hoger dan de 46,0 van november 2011. Daarmee was dit de op een na grootste verslechtering in tweeënhalf jaar en was de PMI voor de vierde maand op rij lager dan 50,0.
De NEVI PMI is de samengestelde inkoopmanagersindex die maandelijks een algemeen beeld geeft van de economische activiteiten in de verschillende industrieën en wordt uitgegeven door NEVI, hét kennisnetwerk voor inkoop en supply management.
De productieomvang daalde voor de derde maand op rij. Het aantal nieuwe orders daalde opnieuw flink. De export orders namen af, maar minder dan de maand ervoor. De productie-achterstanden namen fors af, de grootste afname in 31 maanden. De werkgelegenheid daalde aanzienlijk, en voor de derde maand op rij. De inkoopactiviteiten namen sterk af. De voorraad ingekochte materialen daalde flink. De daling van de inkoopprijzen was fors en de grootste in 28 maanden. De verkoopprijzen bleven hetzelfde. De levertijden werden korter, de tweede keer in 28 maanden dat dit gebeurde.
Commentaar Van Weele
NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven prof. dr. Arjan van Weele constateert dat de recessie doorzet, getuige de NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) van 46.2 in december (november: 46.0; een waarde <50 wijst op een teruglopende economie). Dit is geheel volgens verwachting.
Hij benoemt twee opvallende zaken: 1) het aantal orders loopt nog verder terug. Dat geldt vooral voor binnenlandse orders. Export orders liepen in slechts een zeer geringe mate terug; en 2) bedrijven zijn hun investeringen in werkkapitaal aan het terugbrengen. Voorraden in gereed product, onderhanden werk en grondstoffen worden sterk verminderd. Dat is nodig om voldoende financiële buffers voor de komende maanden op te bouwen.
‘Ondernemers handelen in dit opzicht verstandig en ook snel. Men wil het er kennelijk niet op laten aankomen. Ook is men nu al (voor de derde maand op rij) bezig het personeelsbestand te reduceren. Inkoopprijsverlagingen worden niet direct doorvertaald in de vorm van lagere verkoopprijzen. Ook dat lijkt verstandig; je kunt afhankelijk van wat de markt verder gaat doen je verkoopprijzen altijd nog naar beneden bijstellen’aldus Van Weele.
Van Weele stelde ook de vraag: Hoe doen Nederlandse industriële bedrijven het ten opzichte van het buitenland? ‘Goed, ben ik van mening. De Duitse PMI laat eenzelfde beeld zien als in ons land. Beide landen doen het beter dan gemiddeld in de Eurozone. De Italiaanse economie doet het veel slechter dan de onze, maar dat zal niemand verbazen. Voor de komende maanden zullen ondernemers, zoals eerder aangegeven, rekening moeten houden met matige marktomstandigheden. Exportgevoelige bedrijven zullen waarschijnlijk minder hard getroffen worden dan bedrijven die uitsluitend op de Nederlandse markt zijn aangewezen.’
‘Mijn rapportcijfer voor deze maand is ongewijzigd: 6.3.’
Meer op de website van de Nevi.