De NEVI PMI steeg van 53,2 in juli naar 53,5 deze maand, het hoogste niveau in vijf maanden. De toeneming van de nieuwe orders bereikte het hoogste niveau in twaalf maanden. Hetzelfde gold voor de exportorders. Naast de toeneming van de orders, was de hogere PMI het gevolg van de grotere stijging van de productieomvang: de grootste sinds maart.
Als gevolg hiervan groeide de werkgelegenheid voor de achttiende maand op rij, deze maand in sterke mate. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de tweede keer in drie maanden, zij het beperkt. De inkoopactiviteiten namen voor de zes maand toe. Desondanks daalde de voorraad ingekochte materialen.
De levertijden waren in augustus aanzienlijk langer. De inkoopprijzen daalden voor de eerste keer in drie maanden. Deze daling was echter gering. De verkoopprijzen bleven in augustus grotendeels onveranderd. De voorraad gereed product daalde voor de zesde maand op rij. Deze daling bleef echter beperkt.
Producentenvertrouwen
Deze week berichtte het CBS over een grote daling van het producentenvertrouwen. Deze daalde van 5,1 naar 1,2 (waarde 0 is neutrale waarde). De grootste daling in vijf jaar. Is deze indicator ook zichtbaar in de NEVI PMI van augustus? En hebben de effecten van de Brexit zich inmiddels in de cijfers van de Nederlandse industrie doorgezet? ‘Dat blijkt op grond van de laatste cijfers niet het geval’, aldus prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven in zijn redactioneel commentaar op de laatste Nevi PMI. Bekend is dat de Nevi PMI zelfs iets hoger uitkwam. ‘Hiermee kunnen de sombere cijfers over het producentenvertrouwen niet worden verklaard. De effecten van de Brexit lijken vooralsnog voor de industrie gering. De Nederlandse industrie kent nu al bijna drie jaar een periode van doorgaande groei. De perspectieven voor de komende maanden lijken goed’, besluit Van Weele.