Zoetermeer
2 Jun. 2016
2 minuten
De NEVI PMI kwam in mei uit op 52,7, een tiende puntje hoger dan april en duidend op een duidelijke verdere verbetering van de bedrijfsomstandigheden. De groei van de werkgelegenheid was aanzienlijk en de grootste in vijf maanden.
De productie steeg voor de 37ste maand, zij het deze maand in de kleinste mate sinds februari. De stijging was het gevolg van een verdere stijging van de nieuwe orders – de derde stijging op rij. Deze laatste toeneming was groter dan in april, maar bleef gematigd. Het aantal exportorders steeg aanzienlijk, maar ook in de geringste mate in drie maanden.
De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk nam opnieuw toe. Deze groei was echter beperkt en iets kleiner dan in april. De hoeveelheid ingekocht materiaal nam in geringe mate toe. De voorraad ingekochte materialen daalde licht, na twee maanden van groei. De levertijden waren opnieuw langer. De voorraad gereed product nam af, zij het in bescheiden mate.
Inkoop en verkoopprijzen
De olieprijs is vorige week gestegen tot meer dan 50 dollar per vat. Op zich is het merkwaardig dat een stijging van de olieprijs algemeen gezien wordt als positief voor de wereldeconomie. Volgens Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven vindt komt dat door de hogere investeringen die als gevolg van hogere olie-inkomsten zullen worden gedaan. Vertaalt deze hogere olieprijs zich al in hogere inkoop- resp. hogere verkoopprijzen?, vraagt Van Weele zich af. ‘Als je op de NEVI-Purchasing Managers Index afgaat van mei dan is dat nog niet het geval. Ook in mei was er sprake van een lichte reductie van inkoop- en verkoopprijzen, waardoor de Nederlandse industrie sterk concurrerend bleef. Scherpe verkoopprijzen en nieuwe producten vertaalden zich in groeiende orderportefeuilles, zowel vanuit het binnen- als buitenland. Dit resulteerde in een score van de NEVI Purchasing Managers Index (PMI)van 52,7 (april: 52,6) (een waarde groter dan 50 wijst op toeneming van de bedrijfsactiviteiten ten opzichte van de vorige maand).
Werkgelegenheid
Hogere orderportefeuilles vertalen zich in hogere productievolumes (productie index kwam uit op 53,0, hetgeen een stijging is gedurende 37 maanden op rij). De voorraad onderhanden werk en leveringstijden namen verder toe. Om deze weg te kunnen werken werd meer personeel aangenomen (werkgelegenheidsindex kwam uit op 53,1).’
Van Weele constateert dat het goede nieuws voor de Nederlandse industrie onverminderd aanhoudt. ‘De PMI in Duitsland registreerde 52,4 en die van de Eurozone kwam uit op 51,5. We lopen dus mooi in de pas. Op korte termijn verwacht ik geen grote veranderingen. Reden waarom ik mijn rapportcijfer handhaaf op 8,0.’