Nevi PMI: Nederlandse industrie zakt in

Dit is het laagste cijfer in drie maanden. Opnieuw namen de nieuwe orders aanzienlijk af, vooral de binnenlandse. Het aantal buitenlandse orders was echter voor de vierde opeenvolgende maand hoger en stegen meer dan in maart. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde opnieuw. De werkgelegenheid daalde licht.

De gemiddelde inkoopkosten bleven fors stijgen. Ook de verkoopprijzen werden hoger, maar deze stijging was minder groot dan de afgelopen maanden. De inkoopactiviteiten namen opnieuw af, evenals de voorraad ingekochte materialen. De prestaties van leveranciers verslechterden ook deze maand.

Export

Volgens Nevi hoogleraar Arjan van Weele houden de export orders het productievolume van onze industrie nog enigszins op peil. ´Maar de binnenlandse vraag loopt verder terug. Dat komt met name door de bouw, waarvan de effecten nu ook voor de industrie merkbaar worden. Met name de vraag naar industriële producten uit Duitsland blijft sterk. Bedrijven die zich op de export richten hebben aanzienlijk minder last van de crisis dan bedrijven die hoofdzakelijk voor de Nederlandse markt werken.´

Uit het PMI rapport blijkt verder dat industriële bedrijven en toeleveranciers voorraden afbouwen. ´Vertrekkend personeel wordt niet meer vervangen. Bedrijven hebben veel last van de niet aflatende inkoopinflatie: prijzen van energie, grondstoffen en halffabricaten blijven sterk stijgen en kunnen door de sterke concurrentie niet geheel in de verkoopprijzen worden doorberekend.´
Volgens Van Weele loopt ook in Duitsland de PMI nu terug, hetgeen zich ongetwijfeld gaat vertalen in een lagere vraag naar Nederlandse producten. Het blijft dus kwakkelen en daarom verlaagt Van Weele zijn rapportcijfer naar 6,3.

De Nevi PMI is de samengestelde inkoopmanagersindex die maandelijks een algemeen beeld geeft van de economische activiteiten in de verschillende industrieën en wordt uitgegeven door NEVI, hét kennisnetwerk voor inkoop en supply management.