Nieuw lectoraat Industriële Automatisering & Robotica

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Aart Schoonderbeek is bij Hogeschool Windesheim benoemd als kwartiermaker voor het op te starten lectoraat Industriële Automatisering en Robotica. Zijn target is dat zijn lectoraat over een paar jaar operationeel is.

In 2011 kwam Aart Schoonderbeek bij Windesheim in dienst, in eerste instantie als docent bij de lerarenopleiding werktuigbouwkunde. ‘Daarna ben ik naar werktuigbouwkunde gegaan en toen naar elektrotechniek. En de laatste jaren heb ik mij met name beziggehouden met twee dingen, namelijk de minor Industriële Automatisering & Robotica en het opzetten van een opleiding voor de zogenoemde associate degree. Nu ben ik dus ook aangesteld als kwartiermaker voor een lectoraat IAR.’

  

Robot kopen

Waarom is dit nodig? Schoonderbeek: ‘Nou, als we om ons heen kijken dan zien we smart industry als landelijke trend. Robotica is een belangrijk thema maar alles wat eromheen zit is nog belangrijker. Want een robot koop je gewoon, de uitdaging zit in wat er omheen zit. Dit wordt steeds belangrijker. Ik denk ook aan de cobots die inmiddels letterlijk met en naast de mens werken. Cobots worden steeds meer ingezet.’   

  

Producerende grootmacht China

De meeste bedrijven die op een dergelijke manier werken, doen dat internationaal dus moet je kijken naar de mondiale ontwikkelingen, vindt Schoonderbeek. ‘Het communistische China werkte op basis van de planeconomie met vijfjarenplannen. Nog steeds werkt men daar zo en dit is heel belangrijk voor ons. China wil namelijk in 2025 een producerende grootmacht zijn en gaat daarvoor sterk inzetten op robots: ze gaan ze bouwen, ze gaan ze kopen en ze gaan ze gebruiken. In 2020 wil China al honderdduizend robots bouwen en er bovendien vierhonderdduizend kopen – in 2015 waren dat er nog maar 75 duizend. Bedenk dat het Duitse bekende robotmerk Kuka inmiddels door de Chinezen is opgekocht. In het jaar 2016 zijn in China negentigduizend nieuwe robots in gebruik genomen, een derde deel van wat er in dat jaar op de hele wereld aan robots is verkocht. De vraag is nu dus: laten wij ons inhalen of proberen wij de ontwikkelingen in China bij te houden? In ieder geval willen wij bij Windesheim onze industrie helpen bij het laatste.’ 

Minor IAR

De Zwolse Hogeschool heeft al een minor ‘Industrial Automation & Robotics’ operationeel. ‘Een minor is een keuzedeel van een half jaar en er zijn zo’n honderd studenten per jaar die deze minor volgen. Zij komen van de opleidingen werktuigbouw, elektrotechniek of ICT. De betrokken studenten leren in deze minor een robot en een PLC te programmeren en applicaties te realiseren. En onze visie is daarbij steeds dat het industrieel moet zijn en dat betekent dat onze toetsing relatief simpel is: laat maar zien dat het werkt. Zo’n benadering vinden studenten wel leuk en in mijn beleving leren ze er ook het meeste van. In de minor krijgen ze tien weken les en tien weken de tijd om binnen een bedrijf een opdracht uit te voeren.’  

  

Associate degree

Schoonderbeek zet ook de opleiding voor een associate degree op, dit is een opleiding tussen niveau 4 (mbo) en niveau 6 (hbo). ‘In ons geval wordt het een tweejarige deeltijdopleiding rond Industriële Automatisering en Robotica. We hebben het niet zelf bedacht, moet ik eerlijk zeggen. Er zit een club van bedrijven achter deze opleiding, het betreft bedrijven die samenwerken in het Fieldlab Industrial Robotics.  

  

Driehoek

Windesheim is bezig met diverse opleidingscomponenten. ‘Er zijn studenten die opdrachten uitvoeren bij bedrijven, we hebben onze minor en we hebben stages en afstuderen. Veel bedrijven worstelen met vragen en daarbij kunnen wij ze helpen via toegepast onderzoek. Dan ontstaat er een driehoek tussen de docent-onderzoeker, de student en de ondernemer. Een docent-onderzoeker moet z’n hele werkzame leven up-to-date blijven in zijn vakgebied en wie bekend is met techniek, begrijpt dat dit nogal een uitdaging is en het doen van onderzoek helpt hier bij. Dan komt het belang van de student: die wil een goeie opleiding krijgen maar die wil ook iets doen waar het bedrijfsleven op zit te wachten. En dan is er natuurlijk de betrokken ondernemer: die wil groeien en daarvoor heeft hij nieuw personeel nodig. Zijn onderneming moet mee in alle ontwikkelingen en innovaties en bij sommige vraagstukken kan men best hulp gebruiken. Die hulp kan de ondernemer krijgen via samenwerking in de projecten voor toegepast onderzoek. De docent-onderzoeker heeft de specialisatie, de student heeft de tijd en de ondernemer doet zijn voordeel met de uitkomsten.’  

www.windesheim.nl 

www.fieldlabir.nl