Bert Jaarsma en Jos Kleiboer zijn de twee nieuwe directeuren van de Koninklijke Metaalunie. Vanaf 1 mei 2012 is het duo formeel actief. Na twee maanden is de eerste aftastende fase afgerond en hebben beiden de doelen op scherp gezet.
‘In de komende maanden en jaren zullen we veel nieuwe initiatieven ontplooien waarbij we het mkb-metaal niet alleen meer zullen ondersteunen, maar ook het belang van het mkb nog beter tot zijn recht willen laten komen. Want de focus ligt, vooral in Den Haag, nog steeds nadrukkelijk op de grotere bedrijven en daar moeten we nu echt eens van af’.
Met de grotere bedrijven worden ondernemingen bedoeld met meer dan 250 fte’s. ‘Veel (overheid)zaken worden afgestemd op de situatie van die grotere bedrijven. Dit terwijl toch zo’n 80 procent van de bedrijven in Nederland niet meer personeelsleden in dienst heeft dan dertig. En meer dan 90 procent van de bedrijven in de maakindustrie zit op maximaal 250 fte’s. In Nederland heb je dus niet zo enorm veel grote concerns. En als je dan zaken als bijvoorbeeld het ontslagrecht vooral afmeet en afstemt aan deze concerns, verdiep je je niet in de grote massa. Daar gaan ze in Den Haag dus gewoon aan voorbij’, stelt Kleiboer.
Zwaar getroffen
De Metaalunie is van mening dat het mkb wordt zwaar getroffen door alle bezuinigingsmaatregelen. ‘Kijk bijvoorbeeld naar het ontslagrecht. Hierbij scheren ze de ontslagen ten gevolge van financiële krimp bij een bedrijf en de ontslagen die te maken hebben met het niet meer functioneren van een medewerker, over één kam. Er is in het nieuwe voorstel altijd sprake van een ontslagvergoeding, terwijl dit toch verschillende zaken zijn. In Nederland kun je medewerkers nog steeds op twee manieren ontslaan, via een ontslagvergunning van het uitvoerende orgaan UWV en via de kantonrechter. Aan deze laatste hangt nog steeds een bepaald bedrag dat de medewerker meekrijgt. De ontslagregels blijven in de nieuwe plannen overigens hetzelfde met dit verschil dat de toetsing nu achteraf plaatsvindt in plaats van vooraf. Dit betekent veel onzekerheid voor ondernemers en dan kijk ik weer in de richting van de bedrijven, die met vijf tot tien medewerkers werken. Als hier van een of twee medewerkers afscheid moet worden genomen en de ondernemer moet zowel een ontslagvergoeding als zes maanden ww betalen, dan is dit niet goed. Zeker niet als daarbij ook nog de onzekerheid bestaat dat achteraf blijkt dat hij bijvoorbeeld nog een jaarsalaris moet uitkeren aan de vertrokken medewerkers. Dat kan de nekslag voor de ondernemer betekenen. Dit heeft natuurlijk een veel grotere impact dan bij een bedrijf met driehonderd fte’s. En deze insteek is dus niet goed voor het mkb-metaal.’
Minder failliet
Opvallend is dat het aantal lidbedrijven dat failliet gaat ten opzichte van andere sectoren relatief gezien nog wel meevalt. Er gaan in het algemeen meer niet-lidbedrijven failliet dan lidbedrijven. Volgens de heren komt dit omdat bedrijven die lid zijn vaak beter gewapend zijn tegen economisch ontij en over een gezonde kostenstructuur beschikken. ‘Ondernemers kunnen altijd voor raad en daad terecht bij bijvoorbeeld onze ledenadviseurs. Mocht het mis dreigen te gaan op financieel vlak, kan hierop snel worden geanticipeerd.’
Lees het gehele interview in de krant Vraag en Aanbod, week 29