‘De eisen voor deze zogeheten ‘niet voltooide machines’ zijn vergeleken met de oude richtlijn aangescherpt’, zegt ing. Nick de With, senior consultant bij Fusacon, docent bij NEN en lid van de normcommissies NEC 44 en IEC TC44/WG7 .
Naast het feit dat de leverancier van de deelmachine een risicobeoordeling dient uit te voeren zal hij ook een technisch dossier moeten samenstellen. Deze nieuwe situatie heeft grote voordelen voor de samenbouwer van de complete machine, omdat deze de voor inbouw noodzakelijke informatie aangeleverd krijgt en in de koopfase eventueel ook andere noodzakelijke onderdelen van het technisch dossier kan opvragen.
De Europese commissie heeft met deze nieuwe eisen duidelijk haar best gedaan om de verwarring omtrent IIB uit de weg te ruimen. De toekomst zal uitwijzen of dit met genoemde maatregelen is gelukt.
Machinebouwers staan bij het leveren van een deelmachine voor een productielijn voor het dilemma: ‘Leveren we de deelmachine met een IIA- of met een IIB-verklaring’?
Een IIA-verklaring hoort bij een stand alone machine of een samenstel van meerdere machines. De stand alone machine is in overeenstemming met de eisen uit de machinerichtlijn en heeft daarom op het machineplaatje ook een CE-markering gekregen.
Een IIB-verklaring hoort bij een deelmachine die separaat in de handel wordt gebracht en die bedoeld is om te worden ingebouwd in een machine. Ook kan het zijn dat de IIB-machine met andere machines wordt samengebouwd tot één machine om later te worden ingebouwd in een productielijn.
In de nieuwe machinerichtlijn 2006/42/EG is de volgende nieuwe naam voor een deelmachine geïntroduceerd: ‘niet voltooide machine’. De officiële definitie is weergegeven in het kader. Een niet voltooide machine krijgt om deze reden dan ook geen CE-markering.
Veel leveranciers van deelmachines denken gemakshalve: ‘De IIB-machine voldoet nog niet aan de Machinerichtlijn en de af- of samenbouwer van de machine moet maar voor de CE-markering zorgen.’ Dit is een situatie die niet echt wenselijk is omdat de ontwerper/fabrikant van de deelmachine het beste in staat is om een veilige en werkbare deelmachine te ontwerpen en te bouwen. Om deze redenen is er in de nieuwe Machinerichtlijn ook voor de deelmachine (IIB) een heldere procedure weergegeven.
Een fabrikant (of gemachtigde) van een ‘niet voltooide machine’ moet voordat de machine in de handel wordt gebracht op grond van de nieuwe Machinerichtlijn 2006/42/EG de volgende zaken organiseren:
De montagehandleiding en de inbouwverklaring moeten bij de niet voltooide machine zijn gevoegd totdat de inbouw is geschied, en dienen daarna te worden toegevoegd aan het technisch dossier van de totale machine/productielijn (IIA).
De eerder in dit artikel genoemde IIB-verklaring wordt in de nieuwe Machinerichtlijn ‘inbouwverklaring’ genoemd. Een overzicht van de benodigde inhoud van de inbouwverklaring is beschreven in Bijlage IIB van de Machinerichtlijn. Op het eerste gezicht lijkt het wel of er een uitbreiding van de bepalingen is gekomen, maar dat is niet het geval. De diverse onderdelen die op de inbouwverklaring aanwezig zouden moeten zijn, zijn alleen wat duidelijker verwoord. De fabrikant van de niet voltooide machine of diens gemachtigde bewaart de originele EG-inbouwverklaring tot ten minste tien jaar na de laatste fabricagedatum.
De complete Machinerichtlijn staat in de volgende pdf:
Machinerichtlijn. |
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…