5 okt. 2020
2 minuten
Het aantal ondernemers dat vertrouwt op minstens nog een jaar voortbestaan is tussen juni en september in nagenoeg alle sectoren van het niet-financiële bedrijfsleven gestaag toegenomen. Daarnaast heeft de coronacrisis tot september nog bij relatief weinig bedrijven geleid tot het ontslaan van eigen personeel.
Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van onderzoek naar de verwachte gevolgen van de coronacrisis, dat begin september onder bedrijven werd gehouden. Wel nam volgens de ondernemers in veel bedrijfstakken de inzet van flexibel inzetbare medewerkers (ZZP’ers, uitzendkrachten, flexibele contracten) af.
In de meeste bedrijfstakken verwachtte meer dan de helft van de bedrijven in september minstens nog een jaar te bestaan. Binnen de industrie verwachtte in juni nog 19,2 procent van de bedrijven maximaal twaalf maanden te bestaan, 51 procent dacht het langer dan een jaar vol te houden. In september groeide deze laatste groep tot 58,9 procent, en nam het aantal bedrijven dat verwacht maximaal een jaar te bestaan af tot 14,9 procent.
Grote verschillen
Het vertrouwen in het voortbestaan kan binnen bedrijfstakken sterk uiteenlopen. Zo verwachtte binnen de industrie 88 procent van farmaceutische bedrijven in september het minstens nog een jaar te kunnen volhouden en 78 procent van de bedrijven in de voedings- en genotmiddelenindustrie, terwijl amper 23 procent van de bedrijven in respectievelijk de basismetaal en de auto- en aanhangwagenindustrie dit vertrouwen op hetzelfde moment had. In laatstgenoemde branches gaf twee derde van de bedrijven aan niets te kunnen zeggen over hun voortbestaan.
Ontslagen
In september gaven de meeste ondernemers aan dat hun vraag naar flexibel inzetbare medewerkers (ZZP’ers, uitzendkrachten, flexibele contracten) door de coronacrisis was afgenomen dan wel op hetzelfde niveau was gebleven. Ontslag vanwege de coronacrisis kwam tot september in de meeste sectoren relatief beperkt voor. Ondernemers gaven daarnaast in september bijna net zo vaak aan dat werknemers die het bedrijf hebben verlaten, vervangen zijn, als dat ze aangaven dat deze niet zijn vervangen (in beide gevallen gemiddeld circa 20 procent).
Voor de industrie geldt dat 39,1 procent van de ondernemers aangeeft minder gebruik te maken van zzp’ers, uitzendkrachten en flexibele contracten. 3,3 procent van de ondernemers heeft medewerkers moeten ontslaan.
