Het vertrouwen in het voortbestaan bij de huidige economische situatie is in juni in nagenoeg alle sectoren van het niet-financiële bedrijfsleven toegenomen.
Dit meldt het CBS op basis van onderzoek naar de verwachte gevolgen van de coronacrisis, dat begin juni onder bedrijven werd gehouden. Binnen de industrie is er een verbetering te zien in het vertrouwen. In mei oordeelde 23,4 procent van de bedrijven dat ze nog maximaal twaalf maanden zouden voortbestaan, 46,9 procent denk twaalf maanden of langer te kunnen voortbestaan. 29,7 procent van de bedrijven geeft aan dat dit niet te zeggen is.
Deze laatstgenoemde categorie is gelijk gebleven in juni. Het aantal ondernemers dat denkt langer dan twaalf maanden te kunnen voortbestaan is echter wel groter geworden, namelijk 51,0 procent. Het aantal bedrijven dat maximaal twaalf maanden denkt te kunnen blijven bestaan komt daarmee uit op 19, 2 procent.
Binnen de industrie zijn er nog aardige verschillen in het vertrouwen. Zo geeft maar 21,6 procent van de bedrijven binnen de basismetaalindustrie aan langer dan twaalf maanden voort te bestaan. Opvallend is dat hier de groep die hier nog niets over kan zeggen groot is, namelijk 63,6 procent. Bij de metaalproducentenindustrie is deze groep veel kleiner met 32,7 procent. Hier denkt 37,6 procent langer dan een jaar te kunnen voortbestaan.
De machinereparateurs en -installateurs zijn minder positief, hier denkt 47,1 procent van de bedrijven binnen een jaar niet meer te bestaan. Positiever zijn de rubber- en kunststofproducenten, waar 49,4 procent van de bedrijven denkt meer dan twaalf maanden te overleven. Binnen de machine-industrie verwacht zelfs 55 procent meer dan een jaar te overleven.