Na de laagste waarde ooit gemeten in april 2020 (-28,7) voor het producentenvertrouwen, is het vertrouwen afgelopen maand flink toegenomen. In juni was het producentenvertrouwen nog -15,1, tegenover -8,7 in juli. Het oordeel over de verwachte bedrijvigheid was zelfs voor het eerst sinds februari 2020 weer positief.
In juli verbeterde het oordeel over de verwachte bedrijvigheid opnieuw aanzienlijk, en was voor het eerst na februari weer positief. De ongekende verslechtering in april is in drie maanden tijd volledig teniet gedaan. Daarnaast was het oordeel over de orderportefeuille minder negatief. Het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product bleef onverminderd negatief.
Het oordeel over de verwachte bedrijvigheid is de enige deelindicator van het producentenvertrouwen die positief is. Er zijn meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. De andere twee deelindicatoren zijn negatief. Het aantal ondernemers dat de orderpositie klein vindt heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille groot acht, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt is groter dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.
Producenten hout- en bouwmaterialen weer positief
In alle branches van de industrie was het producentenvertrouwen minder negatief dan in juni. In de hout- en bouwmaterialenindustrie is het vertrouwenscijfer inmiddels weer positief. Verder nam vooral in de textiel- en kledingindustrie het vertrouwen sterk toe. Het meest negatief waren de ondernemers in de metaalindustrie. Het vertrouwen van ondernemers in de elektronische en machine-industrie verbeterde nauwelijks.
Bezettingsgraad
De benutting van machines en installaties in de industrie lag bij aanvang van het derde kwartaal van 2020 op 76,9 procent. Dat was iets hoger dan de 74,2 procent in het tweede kwartaal, maar nog wel de op een na laagste bezettingsgraad in ruim 7 jaar.