De onzekerheid in de (maakindustrie)wereld neemt snel toe. Naast de recente importheffingen van de VS, is er nog de Brexit en de economische wankele positie van Italië. ‘Onzekerheid die we juist in deze periode van economische bloei niet zo goed kunnen gebruiken’, zegt Bert Faessen van de Metaalunie. ‘De importheffingen treffen vooral de grote bedrijven als Tata-Steel en andere leveranciers van staal.’
‘En dan hebben we het over het basismateriaal. De kleinere maakbedrijven die wel onderdelen met metaal aan de VS leveren, zullen geen hinder ondervinden. Deze producten vallen niet onder de importheffing van Trump. Waar de maakindustrie wel mee te maken krijgt, is de importheffing op aluminium en aluminium-extrusie. Dit percentage ligt lager, op tien procent, maar toch.’ Bert Faessen, hoofd branches en kenniscentra Koninklijke Metaalunie houdt de markt scherp in het oog. ‘Het is belangrijk om onze leden van goed en onderbouwd advies te voorzien. We belanden ook in een situatie waarin de open en transparante markt fors onder druk komt te staan. Want reken maar dat partijen als Tata-Steel maar ook de Chinezen andere markten zullen aanboren. En die zijn er. Hoe dit verder gaat lopen, is echt heel lastig te voorspellen’, aldus Faessen.
FPT-Vimag-directeur Ramon Dooijewaard, vertegenwoordiger van de machinebouw en productietechnologiebedrijven in Nederland, noemt de importheffingen die de Verenigde Staten opleggen aan Europa onnodig en provocerend. ‘Met dit roekeloze gedrag stuurt Amerika aan op een handelsoorlog. Daarin zullen alleen verliezers zijn.’ Juist de leden van FPT-Vimag, de machinebouw en productietechnologiebedrijven, merken het als staal in prijs stijgt. Dooijewaard: ‘Het houdt in dat staalverwerkende bedrijven investeringen langer uitstellen. Trump zorgt op deze manier voor onzekerheid in de globale markt rond productietechnologie.’
De Nederlandse machinebouw is jaarlijks goed voor ruim vier miljard euro directe omzet. Dit is meer dan de volledige jaarlijkse visserij-export van Nederland. De uitvoer van staal uit Nederland naar de Verenigde Staten was vorig jaar goed voor 570 miljoen euro. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eind april. ‘We staan achter de directe reactie van Europa en Nederland om tegenmaatregelen te nemen’, vertelt Dooijewaard. ‘Amerika laat ons geen keuze. Deze maatregelen zijn uitzonderlijk agressief en protectionistisch. Dit past niet in de moderne globale economie.’
De staalexport naar Duitsland blijft overigens voor Nederland veel belangrijker. Van de 9 miljard euro aan staal die Nederland in 2017 verscheepte naar het buitenland ging 30 procent naar Duitsland, wat neerkomt op een waarde van ongeveer 2,7 miljard euro. Na Duitsland zijn België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste ontvangers. De VS volgt daarna met 6 procent.