Leerlingen in het voortgezet onderwijs volgen vaker een technisch vakkenpakket als hun ouders technisch zijn opgeleid. Vooral meisjes met een technisch opgeleide moeder volgen vaker een technisch vakkenpakket. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS.
In 2022 volgde 28 procent van alle jongens in het vierde leerjaar van het voortgezet onderwijs een Technisch vakkenpakket. Bij meisjes was dit tien procent. Deze percentages verschilden per onderwijssoort. Wel volgden jongens bij alle onderwijssoorten veel vaker een technisch vakkenpakket dan meisjes.
Leerlingen met technisch opgeleide ouders volgden vaker een technisch vakkenpakket dan leerlingen met niet-technisch opgeleide ouders. Dat is vooral zo bij dochters met een technisch opgeleide moeder: 21 procent van de meisjes met een technisch opgeleide moeder volgde een technisch vakkenpakket in het voortgezet onderwijs, tegenover tien procent van de meisjes met een niet-technisch opgeleide moeder. Van de jongens met een technisch opgeleide moeder volgde veertig procent een technisch vakkenpakket, bij jongens met een niet-technisch opgeleide moeder was dit 28 procent.
Ook de onderwijsrichting van de vader heeft invloed op de keuze voor een technisch vakkenpakket. Leerlingen met een technisch opgeleide vader volgden vaker een technisch pakket dan leerlingen met een niet-technisch opgeleide vader. De onderwijsrichting van de vader had dezelfde invloed op de keuzes van jongens als op die van meisjes. Deze cijfers veranderen bijna niet als er rekening wordt gehouden met achtergrondkenmerken, zoals de samenstelling van het gezin, de onderwijssoort van de leerling en de school waarop de leerling is ingeschreven.
Onderwijsniveau ouders
Meisjes met ouders die een hbo-opleiding of een opleiding aan de universiteit hebben afgerond volgden vaker een technisch vakkenpakket dan andere meisjes. Bij jongens is dat niet zo: zij volgden even vaak een technisch vakkenpakket, onafhankelijk van het onderwijsniveau van de ouders. Maar als er rekening wordt gehouden met achtergrondkenmerken, zoals de samenstelling van het gezin, de onderwijssoort van de leerling en de school waarop de leerling is ingeschreven, dan blijkt dat het onderwijsniveau van de ouders dezelfde invloed heeft op meisjes als op jongens.