‘Opsteker voor het mkb: significante verbetering van omzet en resultaat’

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf zit in de lift: de omzet van ondernemingen groeide in 2014 gemiddeld met 4 procent, terwijl de gemiddelde winstontwikkeling met 32 procent opliep in vergelijking met 2013. Bedrijven in de grote steden (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) en de noordelijke provincies deden het wat omzet betreft beter dan de rest van Nederland. De industrie presteert opvallend goed.

Grotere ondernemingen (met een omzet van meer dan 10 miljoen) zagen de omzet relatief vaak afnemen, maar de winst daarentegen meer toenemen. Kostenbesparingen zijn met name de oorzaak voor de gemiddelde plus in het mkb. Dit alles blijkt uit onderzoek van SRA, een netwerk van 370 grote en kleine accountantskantoren dat meer dan 50 procent van alle mkb-bedrijven als klant heeft.

De significante verbetering van omzet- en resultaatontwikkeling in het mkb over 2014 is herleid uit harde, gedetailleerde cijfers, gebaseerd op de jaarrekeningenverzameling van SRA-kantoren in de benchmarkdatabase Branche in Zicht . Op geanonimiseerd jaarrekeningpostniveau kunnen cijfers worden vergeleken, waardoor meer data beschikbaar is dan die waarover bijvoorbeeld banken, het CBS of de kamer van Koophandel kunnen beschikken. Het beeld over 2014 is dus geen prognose, maar een eerste echte ‘foto’ die een reëel inzicht in ondernemingen, branches, verschillende regio’s en het hele mkb van Nederland geeft, zo beweert SRA . Branche-experts en branchepanels geven vervolgens duiding aan de cijfers.

Trendbreuk

Ondanks het feit dat het winstherstel grotendeels te danken is aan beheersmaatregelen, zijn de cijfers een opsteker voor het hele mkb. Vergeleken met vorige jaren is sprake van een echte trendbreuk. De cijfers laten zien dat 57 procent van de ondernemingen in staat is geweest om de omzet op gelijk niveau te houden dan wel te laten groeien en dat bij 66 procent van ondernemingen de winsten ook weer stijgen. Wel zijn grote verschillen te zien tussen branches: industrie en logistiek doen het heel goed, maar automotive, detailhandel en bouw blijven relatief gezien achter.

Industrie

De Nederlandse industrie is de afgelopen jaren hard geraakt door de recessie, maar kan via de export ook relatief snel profiteren van het wereldwijde economische herstel. Dit komt al naar voren uit de financiële resultaten over 2014: in geen enkele andere mkb-sector namen de netto-omzet (+13,4 procent), de bruto-marge (+7 procent), het bedrijfsresultaat (+58,2 procent) en het eigen vermogen (+25,4 procent) gemiddeld op jaarbasis zo sterk toe.

  

Met kop en schouder

De industrie behaalde vorig jaar een gemiddelde omzetgroei van 13,4 procent ten opzichte van 2013. Ter vergelijking: de sector logistiek bleef steken op een gemiddelde toename van 8 procent, de autosector leverde zelfs licht in (-1 procent) en Nederland als geheel behaalde een gemiddelde stijging van 4 procent. Ook wat betreft winstontwikkeling stak de industriële sector met kop en schouders boven de rest uit. De branche behaalde een gemiddelde winststijging van 68 procent, versus 32 procent voor Nederland als geheel. De brutomarge nam met 7 procent toe; de sterkste groei van alle sectoren. Opvallend was dat de winstontwikkeling binnen de industrie sterk uiteenliep. Voor de sector als geheel gold dat de winstontwikkeling bij bijna 70 procent van de bedrijven gelijk bleef of steeg. Daarvan lieten 40 procent zelfs een plus in de winst zien van maar liefst 50 procent of meer. De winst daalde in iets meer dan 30 procent van de gevallen; ruim 15 procent daarvan moest een daling slikken van 50 procent of meer.

Kosten en schulden

De financiële positie van industriële bedrijven trok duidelijk aan ten opzichte van eerdere jaren. De current ratio, die laat zien of een bedrijf zijn kortlopende schulden kan voldoen, is met 34,1 procent gestegen. De financiële vaste activa namen gemiddeld met 8,9 procent toe. De gemiddelde bedrijfskosten liepen licht op (+2,3 procent), vooral door hogere inventariskosten (+12,7 procent) en personeelskosten (+4 procent). Dat laatste was vooral het gevolg van hogere pensioenpremies.

Perspectieven

De Nederlandse industrie gaat een uitdagende toekomst tegemoet. De mondiale groei trekt weliswaar aan, maar dat geldt ook voor de wereldwijde concurrentie. Om de stijgende lijn door te trekken, zal de sector zich vooral moeten richten op meer samenwerking en nieuwe technologieën. Het ontwikkelen van producten en diensten die passen bij de veranderende consumentenvraag (bijvoorbeeld door de vergrijzing en de toenemende aandacht voor duurzaamheid) staat daarbij centraal.