Door de ontwikkelingen van Industrie 4.0 en Intralogistiek 4.0 verandert de productieomgeving, en daarmee ook de impact van automatisch geleide voertuigen (AGV’s) en autonome mobiele robots (AMR’s). Om ervoor te zorgen dat de industrie de trends bij kan houden met snelle en kosteneffectieve ontwikkeling, is er nu het platform Eduard.
Markus Fenn en Prof. Dr. Stefan May hebben het platform Eduard ontwikkeld voor onderwijs en prototypering. Eduard is ideaal om de huidige trends in kaart te brengen.
Markus Fenn vertelt over het ontstaan van het robotplatform: ‘De robot zelf heet Eduard. Hij is ongeveer 40 x 40 x 15 cm groot en weegt bijna acht kg. Hij is gemaakt nadat een bedrijf een aanvraag had gedaan bij Stefan May. Het bedrijf was op zoek naar een platform om hun medewerkers onderwijs en trainingen voor mobiele robotica te kunnen geven. Daarom biedt EduArt Robotik GmbH niet alleen het robotplatform zelf, maar ook verschillende opties voor onderwijs en diensten voor tests en optimalisatie. Het platform werkt met eenvoudige rubberen banden of mecanum-wielen. Hiermee kan de robot op zijn plaats roteren en opzij of diagonaal rijden. Zo is nauwkeurige positionering mogelijk en kan hij navigeren in hele krappe ruimtes. De rubberen banden worden vooral gebruikt voor tests in de open lucht of in reddingsrobots, maar alleen in simulaties.’
Fenn vervolgt: ‘Het platform heeft open interfaces, een geïntegreerd sensorconcept met ingebouwde apparatuur voor afstands- en traagheidsmeting, en een ingebouwd batterijmanagementsysteem (BMS). Deze basisuitrusting kan op aanvraag worden uitgebreid, door ons of door de klant zelf. Zo kan de klant bijvoorbeeld de overbrengingsverhouding van de aandrijving selecteren – 72:1 of 89:1 – afhankelijk van de vereiste snelheid of het benodigde koppel. Zo kunnen klanten hun nieuwe concepten kosteneffectief testen. Maar we ondersteunen ook de implementatie van toepassingsoplossingen.’
Fenn stelt dat het platform zeker relevant is voor de industrie: ‘AGV’s en AMR’s worden steeds belangrijker voor de automatisering, maar in veel bedrijven is men hier niet van op de hoogte. Met het robotplatform is het bijvoorbeeld mogelijk om snel en eenvoudig een nieuw sensorsysteem te testen. En omdat het platform naar behoefte kan worden uitgebreid, kan hiermee de relevante kennis in de productie vloeien.’
AGV’s en AMR’s worden steeds autonomer. Ze worden een productiecomponent en ze werken met productiemodules in plaats van transportbanden. Dus AVG’s en AMR’s moeten samenwerken. ‘AGV’s en AMR’s werken met de standaard interface VDA5050 en kunnen dus ook met het besturingscentrum communiceren. Met een platform als Eduard kunnen klanten eenvoudig nieuwe software testen, en de resultaten kunnen dan 1:1 worden overgenomen voor grote AGV’s en AMR’s. Zo kunnen ze dus toepassingen evalueren zonder veel simulatie, omdat de software voor Eduard of een groter systeem in principe hetzelfde blijft. Een Digital Twin ondersteunt de planning en uitbreiding en is op aanvraag ook verkrijgbaar bij het platform,’ aldus Fenn.
Hij vervolgt: ‘Voor ons trainings- en Proof-of-Concept-platform hebben we gekozen voor DC-micromotoren met edelmetaalcommutatie van Faulhaber. Ondanks hun kleine formaat kunnen ze een groot koppel genereren en zijn ze bijzonder energie-efficiënt. Bovendien zijn ze makkelijk te besturen en geschikt voor extreem nauwkeurige regellussen. Voor grotere platformen gebruiken we grotere DC-motoren van dezelfde leverancier, bijvoorbeeld eenvoudige bestuurbaarheid met eigen elektronica. Indien nodig kunnen we voor specifieke toepassingen ook borstelloze DC-motoren inbouwen, omdat die onderhoudsvrij en stevig zijn.’
De trend binnen de productie gaat al langer naar kleinere oplages en meer varianten. Dit heeft uiteraard ook effect op de logistiek en op de functionaliteit van AGV’s en AMR’s. Fenn zegt daarover: ‘Je hebt robots nodig voor kleinere ladingen, dus kleinere robots met kleinere maar krachtigere aandrijvingen. Deze autonome industriële voertuigen hebben minder elektronica en kleinere batterijen, dus ze wegen minder en verbruiken minder energie. Als de belasting weer hoger wordt, is het makkelijk om op te schalen en als een eenheid te werken, omdat de robots door hun nauwkeurige aandrijvingen kunnen samenwerken zonder dat ze hierbij botsen.’
‘Bij AGV’s en AMR’s is eigenlijk alleen de software complex. Wat belangrijk is, is de planning om ervoor te zorgen dat AGV’s soepel kunnen samenwerken. Een AGV moet zo intelligent mogelijk zijn en niet alleen een pallet herkennen, maar ook zien of die leeg of vol is, of misschien gekanteld is. Hier is een rol weggelegd voor AI, kunstmatige intelligentie. AI verhoogt de complexiteit, en onze kleine robot is bij uitstek geschikt om dit te testen.’
Markus Fenn vertelt over de opkomst van grotere geautomatiseerde vloten, waarvoor vlootbeheer nodig is. ‘In vloten moeten robots met elkaar communiceren, ze moeten zelf ‘denken’, informatie uitwisselen via standaard interfaces en indien nodig samenwerken. In grote en kleine AGV’s en AMR’s is de software in principe hetzelfde, het verschil is maar een paar regels code. De software heeft maar weinig informatie over de AMR nodig. Het programma moet bijvoorbeeld berekenen waar de robot zich bevindt in de fabriekshal. De navigatie is een van de weinige componenten die de afmetingen van de robot kent, en die zoekt het passende pad. Testen is echter altijd belangrijk, want mobiele robotica staat nog in de kinderschoenen. Daarom zijn er nog niet veel standaarden. De controller van de motor berekent hoeveel wielomwentelingen er nodig zijn om de vereiste snelheid te bereiken. Er zijn maar drie regels code nodig om dit aan te passen, of een configuratiebestand.’
Voor Intralogistiek 4.0 en Industrie 4.0 moeten AGV’s en AMR’s aangesloten zijn op een netwerk. Hoe zit het met werken via de cloud, of nog beter, via de edge? En hoe is het gesteld met de beveiliging en de risico’s door hackers? Markus Fenn vertelt hierover: ‘Afhankelijk van de fabrikant kunnen de systemen tot op zekere hoogte ‘onhackbaar’ gemaakt worden door de hardware los te koppelen van het internet. Robots hebben veiligheidsscanners met afstandssensoren, zodat ze niet tegen een muur aanrijden. Dat betekent dat een robot geen gevaarlijke bewegingen kan uitvoeren, zelfs niet als hij wordt gehackt. En de procesgegevens zijn net zo veilig in het netwerk als het bedrijfsnetwerk zelf.’
‘AGV’s en AMR’s zijn heel veilig. Als een van de vier motoren uitvalt, herkent de controller dit en stopt die vervolgens de aandrijving. De laser detecteert het als er een persoon aanwezig is, en vervolgens remt het systeem. Deze twee veiligheidsmechanismen zijn voldoende,’ besluit Fenn.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…