Dit zijn de belangrijkste resultaten van het onlangs gepresenteerde onderzoek van Panteia/EIM in opdracht van Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra in Veenendaal. Naast de sombere signalen over 2013 is er een aantal positieve signalen dat wijst op een kentering. De verwachtingen ten aanzien van de werkvoorraad zijn een stuk optimistischer. Ook verwachten aannemers een minder ongunstige omzetontwikkeling en een positiever bedrijfsresultaat. De Aannemersfederatie heeft op basis van de verwachtingen de indruk dat ondernemers hunkeren naar beter.
Eén op de zes bedrijven in de totale mkb-bouwsector heeft in 2013 personeel uit de sector zien vertrekken; iets minder dan in 2012. Het percentage verschilt echter nogal per bedrijfstak; minder burgerlijke- en utiliteitsbouw (B&U) – en sloopbedrijven zagen personeel vertrekken, in de grond-, weg- en waterbouw (GWW) sector bleef het percentage gelijk en in de gespecialiseerde aannemers (GA) sector nam dit toe. Van het vertrokken personeel deed 85 procent dit op basis van ontslag, waarmee de uitstroom vanwege ontslag in 2013 nog iets is toegenomen ten opzichte van 2012.
In een jaar tijd is er bij de GA-bedrijven een teruggang opgetreden van het aandeel werkzame personen dat (overwegend) op de bouwplaats werkt; van 87 naar 74 procent. Nagenoeg alle in 2013 vertrokken personeelsleden in loondienst waren werkzaam op de bouwplaats. Daarnaast is er in 2013 beduidend minder personeel aangetrokken dan dat er is vertrokken. En van het nieuw aangetrokken personeel in de GA-bedrijven is slechts een derde op de bouwplaats werkzaam. Verder blijkt dat de GA-sector momenteel wordt overheerst door OZP-ers (ondernemingen zonder personeel). Slechts 8 procent van de bedrijven heeft in 2013 nieuwe medewerkers aangetrokken, dat is de helft minder dan in 2012. Ook is door een veel kleiner percentage bedrijven in 2013 personeel ingeleend dan in 2012. Als vorm van flexibele arbeid wonnen uitzendkrachten iets aan populariteit.
In het voorjaar van 2014 was de werkvoorraad beduidend geringer dan in dezelfde periode in 2013. Op zich verbaast het dan ook dat het oordeel van bedrijven over de werkvoorraad in 2014 vrijwel exact gelijk is aan dat van 2013. Mogelijke verklaring hiervoor is volgens de Aannemersfederatie dat aannemers in het voorjaar van 2014 een stuk optimistischer in hun verwachtingen over de werkvoorraad zijn dan in het voorjaar van 2013. Zowel het percentage bedrijven met een werkvoorraad groter dan tien weken als die met meer dan twintig weken is afgenomen. Alleen voor de korte termijn staat meer werk gepland.
Slechts een zeer beperkt percentage mkb-aannemers ervaart een vermindering van de druk op de prijzen vanuit hoofdaannemers, gemeenten en (andere) overheden, woningbouwcorporaties en particuliere opdrachtgevers. Ten aanzien van de drie laatstgenoemde groepen wordt door ongeveer de helft van de bedrijven een stabilisatie van de prijsdruk ervaren. De sterkste toename van de druk op de prijzen komt van de hoofdaannemers.
Veertig procent van de bedrijven zag in 2013 de omzet (verder) dalen. De GWW-bedrijven hadden de minst ongunstige omzetontwikkeling. Voor 2014 verwachten mkb-aannemers een minder ongunstige omzetontwikkeling dan in 2013. Bijna de helft verwacht een consolidatie van de omzet, ruim een derde een omzettoename en ruim een vijfde een (verdere) omzetdaling.
Van 2012 op 2013 zijn de bedrijfsresultaten in het mkb in bouw en infra (verder) teruggelopen. Het aandeel bedrijven met een resultaat ‘rond de nul’ bedroeg over 2013, net als over 2012, een kwart. Het aandeel winstgevende bedrijven daalde met 9 procent tot 56 procent, het aandeel bedrijven met verlies nam met hetzelfde percentage toe. Vooral het aantal ondernemers dat zeer ontevreden is met het bedrijfsresultaat nam van 2012 op 2013 toe. De verwachte ontwikkeling van het bedrijfsresultaat wordt door mde respondenten voor 2014 wat positiever ingeschat dan de realisatie over de afgelopen twee jaren aangeven; 33 procent verwacht een toename van het bedrijfsresultaat, tegenover 17 procent die op een (verdere) afname rekent.
De lage omzetten en dito rendementen zetten een zware rem op de investeringen bij mkb-aannemers. Het meest extreme voorbeeld hiervoor is te vinden in de huisvesting; maar liefst 96 procent van de bedrijven heeft hierin in 2013 geheel niet geïnvesteerd. 44 procent van de bedrijven in de sector heeft in 2014 geïnvesteerd of is dat met zekerheid van plan te doen. Een nagenoeg gelijk deel zal in 2014 geheel geen investeringsuitgaven doen en 10 procent is hierover nog onzeker. Als er investeringen plaatsvinden, zitten deze veelal in machines en gereedschappen.
Eén op de vijf mkb-bedrijven ervaart te late betaling door hoofdaannemers als een groot probleem. Het zijn vooral de GA-bedrijven die hier vaak grote hinder van ondervinden. Overheidsinstanties en woningcorporaties betalen doorgaans op tijd. Particuliere opdrachtgevers leveren ook nogal eens grote betalingsproblemen op, vooral voor de groep B&U- en sloopbedrijven.
Nog meer impact dan te laat betalen heeft het slechts gedeeltelijk of zelfs geheel niet betalen van de openstaande rekening. Ook op dit punt scoren hoofdaannemers veruit het ongunstigst. Zelfs bijna een kwart van de GA-bedrijven noemt wanbetaling door hoofdaannemers een groot probleem.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…