Als de ondernemingsraad van Siemens Hengelo naar de ondernemingskamer stapt om de sluiting aan te vechten, is die strijd niet bij voorbaat verloren.
Dat zegt senioronderzoeker dr. Robbert van het Kaar in TC Tubantia. Een fabriek sluiten is niet zo makkelijk in Nederland. Al is het een misverstand dat een vestiging die winstgevend is, zoals Siemens Hengelo was, niet gesloten zou kunnen worden. ‘Dat kan wel. Het gaat om argumenten en het volgen van de juiste procedure. Dat is wat de rechters van de ondernemingskamer gaan wegen als ze de vraag voorgelegd zouden krijgen’, zegt Robbert van het Kaar, medezeggenschapdeskundige van de Universiteit Amsterdam.
De directie van Siemens Nederland kan zich niet verschuilen achter besluiten van de hoofddirectie in Duitsland. Van het Kaar: ‘De directie van Siemens Nederland moet zelfstandig een afweging maken en die met goede argumenten en met feiten onderbouwen. Een verhaal van ‘wij krijgen de opdracht uit Duitsland en daarom moet het’, zal de ondernemingskamer niet accepteren. De Siemens-directie moet aangeven wat er is gedaan om sluiting te voorkomen en of er voldoende alternatieven zijn onderzocht.
Flowserve
De ondernemingsraad van pompenfabrikant Flowserve in Hengelo was vorig jaar januari de laatste Twentse OR, die naar de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam stapte. De OR spande een procedure aan tegen het eigen bedrijf vanwege de sluiting. Volgens de OR had de directie niet de juiste procedure gevolgd. De vakbonden waren, net als bij Siemens, vooraf niet ingelicht en de OR zou voor voldongen feiten zijn gesteld. De procedure werd gestaakt, nadat Flowserve bereid bleek een aanzienlijk beter sociaal plan af te sluiten. De 87 getroffen werknemers kregen een goudgerande regeling aangeboden.