In januari 2021 waren industriële ondernemers voor het eerst na maart 2020 gemiddeld weer positief. Het producentenvertrouwen ging van -0,4 in december naar 0,6 in januari. Dat komt doordat het oordeel van ondernemers over de orderportefeuille en de verwachte bedrijvigheid verbeterde.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het oordeel van producenten over de orderportefeuille was voor de achtste maand op rij minder negatief. Ook oordeelden zij positiever over de verwachte bedrijvigheid. Hun oordeel over de voorraden gereed product veranderde niet.
Twee deelindicatoren van het producentenvertrouwen zijn positief. Zo zijn er meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Ook is het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt kleiner dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.
De deelindicator oordeel over de orderpositie is negatief. Het aantal ondernemers dat de orderpositie klein vindt heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille groot acht, gelet op de tijd van het jaar.
Metaalindustrie positief gestemd
In de elektrotechnische en machine-industrie en in de metaalindustrie nam het vertrouwen van de ondernemers toe, in de overige bedrijfsklassen nam het af. De ondernemers in de hout- en bouwmaterialenindustrie waren opnieuw het meest positief. De producenten in de voedingsmiddelenindustrie waren het meest negatief.
Bezettingsgraad
De benutting van machines en installaties in de industrie lag bij aanvang van het eerste kwartaal van 2021 op 80,0 procent. Dat was hoger dan de 79,2 procent een kwartaal eerder, maar lager dan de 82,7 procent een jaar eerder.