25 nov. 2021
2 minuten
De Duitse gereedschapsmachine-industrie heeft in het derde kwartaal van 2021 69 procent meer orders ontvangen dan een jaar eerder. De orders uit Duitsland stegen met 67 procent. De buitenlandse orders waren 71 procent hoger dan een jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van de VDW (Duitse Vereniging van Machinebouwers).
De orders van Duitse fabrikanten stegen in de eerste drie kwartalen van het jaar met 61 procent. De binnenlandse orders waren 47 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar, de buitenlandse orders 69 procent.
‘De orderniveaus zijn goed. Knelpunten in de toelevering en sterke prijsstijgingen van grondstoffen en componenten remmen de zaken echter in toenemende mate af’, aldus Dr. Wilfried Schäfer, uitvoerend directeur van de VDW, in een toelichting op het resultaat. ‘Verwacht wordt dat de orders in de komende maanden zullen blijven stijgen. Ze worden aangedreven door inhaaleffecten die nog geruime tijd zullen aanhouden’, voegt Schäfer eraan toe. De orders kunnen echter niet altijd naar wens in omzet worden omgezet, omdat de machines alleen met vertraging kunnen worden geleverd door een gebrek aan onderdelen, vooral elektronische componenten. ‘En daarom moeten we de zomerprognose van acht procent groei van dit jaar terugschroeven naar vijf procent’, geeft Schäfer toe. Voor het komende jaar wordt daarentegen een groei met dubbele cijfers verwacht.
De orderportefeuille loopt ook langzaam in ten opzichte van de cijfers van 2019, het jaar vóór de pandemie, die over het algemeen worden beschouwd als een meer zinvolle evaluatie van de huidige situatie. De cijfers voor de eerste negen maanden liggen vier procent hoger dan voor dezelfde periode in 2019. De binnenlandse markt ligt echter nog steeds twaalf procent onder het niveau van 2019. ‘De allesbepalende auto-industrie heeft vooral te lijden onder het chiptekort in Duitsland en bezuinigt daarom op investeringen’, legt Schäfer uit. De belangrijkste drijvende kracht zijn de buitenlandse orders, waar een stijging van dertien procent werd genoteerd. Van de top vijftien van afnemers van werktuigmachines staat twee derde weer boven de grens van 2019, met name Oostenrijk en Italië. Uitzonderingen zijn Polen, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, die nog niet terug zijn op het niveau van voor de crisis.
De sterke vraag leidt tot een merkbare stijging van de bezettingsgraad. Deze bedroeg in oktober 86 procent, tegen 71 procent als gemiddelde van vorig jaar. De werkgelegenheid, een vertraagde indicator van de economische ontwikkeling, heeft het dieptepunt nog niet bereikt. In september lag zij 8,5 procent onder het cijfer van vorig jaar van 63.300 werknemers. Tegelijkertijd meldde 46 procent van de bedrijven in een recente VDMA-enquête een aanzienlijk tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Er is momenteel een verschuiving in de vraag naar meer op elektronica gebaseerde vaardigheden.
‘Al met al is onze industrie van mening dat ze goed op weg is om de crisis te boven te komen. We verwachten dat de toeleveringsketens zich het komende jaar weer zullen stabiliseren. Onze industrie zal dan haar herstel kunnen voortzetten’, aldus Schäfer tot besluit.
