De NEVI PMI sloot af met een waarde van 56, 0, een fractie lager is dan de 56,2 in juni van dit jaar. Opvallend was de stijging van de productie, de grootste in negentien maanden.
Op grond van de NEVI Purchasing Managers’ Index lijkt de Nederlandse industrie weinig last te hebben van de discussies over de Grexit en de stagnerende groei in China, stelt prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven. ‘De order intake van de industrie blijft onverminderd goed. De vraag naar industriële producten is nog steeds groot, zowel uit het buitenland (59,2) als uit ons eigen land (56,3). Redenen: het succes van nieuwe producten en assortimenten uitbreidingen, de sterke dollar, en de beperkte doorberekening van inkoopprijsstijgingen in de verkoopprijzen. Vooral producenten van kapitaalgoederen en consumentenartikelen zien hun omzet toenemen. Datzelfde geldt voor bedrijven die naar de Verenigde Staten exporteren.’
Het gevolg hiervan is volgens Van Weele de hoge productiebezettingen, die zich vertaalt in een toenemende vraag naar werknemers. ‘De uitzendbranche kent op dit moment groeicijfers van 6-7 procent. Maar ook het aantal werknemers met een vast dienstverband neemt al weer enkele maanden, en ook in juli, toe (werkgelegenheidsindex juli: 52,8). Voorraden houdt men laag.
Inkoopprijzen
Enige zorgen heeft Van Weele over de inkoopprijzen van grondstoffen en halffabricaten. Dat geldt ook voor de levertijden van leveranciers die nog steeds verder oplopen. ‘Niet verwonderlijk gezien de toenemende omzetcijfers. Is het eind van de groei al in zicht? Persoonlijk denk ik van niet: de vraag naar industriële producten zal nog wel even aanhouden zolang producenten hun verkoopprijzen in de hand houden. Conclusie: de Nederlandse industrie heeft een mooie zomer en het perspectief voor de komende maanden is uitstekend.’