Criminele inmenging blijft een serieuze bedreiging voor zowel de overheid als het bedrijfsleven. Daarom kondigden minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel, en de voorzitter van MKB-Nederland, Jacco Vonhof, aan gezamenlijk op te trekken in de strijd tegen deze criminele inmenging.
Nederland heeft een open economie met een gunstige geografische ligging en een uitstekende logistieke, financiële en juridische infrastructuur. Dit alles draagt bij aan onze economische groei en onze positie in de internationale handel. Die positie maakt Nederland helaas ook aantrekkelijk voor criminelen. Criminele inmenging kan in verschillende vormen plaatsvinden en is niet beperkt tot een specifieke sector of branche. Het bedrijfsleven wil daarom over de hele linie kwetsbaarheden bij ondernemers verminderen en samen met de overheid één front vormen tegen criminaliteit.
Het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing is een samenwerkingsverband van overheid en bedrijfsleven. Het platform richt zich op de aanpak van verschillende vormen van criminaliteit tegen het bedrijfsleven. In het platform werken de Rijksoverheid, politie, Openbaar Ministerie en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) samen met ondernemersorganisaties zoals VNO-NCW, MKB-Nederland, Transport en Logistiek Nederland, BOVAG, Retail, Koninklijke Horeca Nederland, het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB).
In het overleg van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing vandaag is afgesproken om gezamenlijk de risico’s in bedrijfssectoren in beeld te brengen en zo kwetsbaarheden voor criminele inmenging te identificeren. Met een gezamenlijk aanpak willen Rijksoverheid en bedrijfsleven criminele inmenging verder terugdringen.
Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel: ‘Criminelen kunnen alleen slagen met hulp van binnenuit. Dit vraagt om bewustzijn bij overheid én bedrijfsleven over kwetsbaarheden in processen en functies. Door gezamenlijk op te trekken kunnen we bedrijven weerbaarder maken tegen de toenemende ondermijnde criminaliteit.’