Rubber en kunststof katalysator voor duurzame innovatie

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De maakbaarheid van morgen. Dat is de slogan waarmee de Nederlandse toeleveranciers zich presenteren op de ESEF 2016. Die maakbaarheid moet duurzaam zijn, circulair en smart. Trefwoorden die passen bij de rubber- en kunststofindustrie. Heeft die de oplossing in handen voor een duurzame wereld?

Sinds het Parijse klimaatakkoord is duidelijk hoe hoog de lat ligt. Om de opwarming van de aarde te stoppen, moet het verbruik van fossiele brandstoffen verder aan banden worden gelegd. Als hier één sector een rol in kan spelen, is het de rubber- en kunststofindustrie. ‘Wij kunnen twee keer de hoeveelheid energie die we gebruiken, besparen’, zegt Erik de Ruijter, directeur Beleid en Advies bij de Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie (NRK), die een van de toeleveringssectoren op de ESEF 2016 (15 – 18 maart Jaarbeurs Utrecht) vertegenwoordigt.

Met elke liter olie die de sector verbruikt, kan in de toepassing twee liter worden bespaard, bijvoorbeeld doordat auto’s lichter zijn, composiet vliegtuigen minder kerosine verbruiken of woningen beter geïsoleerd zijn. ‘Onze sector verbruikt ongeveer 10 petajoules aan energie; tot 2030 kunnen we met onze producten 20 petajoules besparen.’ En dat is dan nog zonder de besparingen doordat producten langer meegaan.

Innovatie gedreven

Erik de Ruijter en Martin van Dord, innovatiecoach bij de NRK, zien op het vlak van duurzaamheid en circulaire economie kansen voor de sector, vooral omdat de branche sterk innovatie gedreven is. Bijvoorbeeld als het gaat om het isoleren van de bestaande woningvoorraad in Nederland. Komend decennium moet een half miljoen woningen gerenoveerd en geïsoleerd worden, terwijl de bewoners thuis blijven. ‘Op de ouderwetse manier is dat niet te realiseren’, zegt Martin van Dord.

Daarom werkt de kunststofindustrie samen met ketenpartners aan heel nieuwe concepten. Met scanners wil men complete gevels opmeten om data te verkrijgen waarmee in de fabriek de hele voorgevel, op maat voor elke woning, kan worden geproduceerd. Complete bouwdelen uit kunststof isolatie, met leidingen, verwarming en ramen geïntegreerd. Optimale isolatie en hogere kwaliteit komen in dit concept samen. ‘Zo kunnen we veel waarde toevoegen aan de bouwkolom, bouwprocessen versnellen en de faalkosten terugdringen’, voegt Erik de Ruijter toe.

Doorbraak thermoplastische composieten

De gewichtsbesparing die met kunststoffen bereikt kan worden, is een andere reden om niet alleen in consumenten maar ook B2B producten méér kunststof in te zetten. De modernste vliegtuigen van Airbus en Boeing bestaan al voor meer dan de helft uit kunststoffen en composieten. Stilaan ontdekt ook de automobielindustrie composiet als materiaal, net als de machinebouw.

Dat heeft volgens Martin van Dord alles te maken met de overgang van thermohardende composieten naar thermoplastische. ‘Deze kun je met de gebruikelijke massaproductieprocessen, bijvoorbeeld spuitgieten, verwerken.’ Hierdoor hangt er een prijskaartje aan deze materialen die ze economisch geschikt maken voor producten zoals gewone auto’s. De automobielindustrie is dan ook een van de aanjagers van deze innovatie. ‘Technologisch gezien is de komst van thermoplastische composieten een van de belangrijkste ontwikkelingen momenteel.’

Hernieuwbare grondstoffen

De derde ontwikkeling die duidelijk raakvlakken heeft met thema’s als duurzaamheid en circulariteit, is de inzet van gerecycleerde kunststoffen. In het ketenakkoord Van Afval naar Grondstof dat de sector hierover heeft gesloten, wordt onder meer ingezet op het gebruik van hernieuwbare grondstoffen en de inzet van biomassa in de kunststofproductie. Grote materiaalfabrikanten leveren groen certificaten bij bepaalde rubbers of kunststoffen als deze op basis van biobased grondstoffen zijn geproduceerd. Goede voorbeelden zijn er al te over. Bijvoorbeeld een sluitdop van een kartonnen drinkverpakking; een coating van biopolymeer in dezelfde verpakking; en de biobased wikkel voor een Marsreep.

Een ander, niet onbelangrijk punt, is anders met productdesign omgaan. Slimmer en beter. Erik de Ruijter: ‘Het is cruciaal dat designers denken vanuit materiaal en niet vanuit grondstoffen. Maak producten waarin weinig materiaal is verwerkt, waar het kan recyclaat. Producten met een levensduur waar de economische en technische levensduur bij elkaar passen.’ Als laatste stap in het ontwerpproces moet nadrukkelijk gekeken worden naar hoe je het product aan het einde van de levensduur verantwoord ontmantelt voor hergebruik van de materialen. En de NRK pleit er met de campagne Clean Sweep voor dat bedrijven zwerfafvalvrij produceren.

Hoewel Erik de Ruijter het klimaat voor recyclaat als goed bestempelt, merkt hij wel op dat de totale keten nog de omslag in hoe je tegen recyclaat aankijkt, moet maken. ‘Bij andere materialen vraagt niemand zich af of het nieuw is of een recyclaat; bij kunststoffen wel. In onze sector moeten onze klant en gebruiker de omslag nog maken.’ Om deze veranderingen te stimuleren, heeft de NRK Guidelines Ontwerpen met Kunststof Recyclaat ontwikkeld.

Dit is een handboek voor bedrijven, productontwerpers en engineers dat hen stap voor stap helpt vanaf de strategische keuze om recyclaat te gaan toepassen tot en met de praktische toepassingen. Ze vinden in het handboek onder meer ontwerprichtlijnen.

Meer steun voor innovatie in het MKB

Een wezenlijk aspect is de samenwerking in de keten. Daarin loopt de rubber- en kunststofindustrie voorop. Een voorbeeld hiervan is een project bij DAF Trucks, waarbinnen VDL Parree samen met Sabic een nieuwe steun hebben ontwikkeld. De glasgevulde polypropyleen steun vervangt een aluminium exemplaar, wat een gewichtsbesparing van 30 procent oplevert. Bij de NRK praat men overigens liever over de waardecirkel dan de waardeketen, omdat het begrip waardecirkel veel beter aansluit op de circulaire economie.

Erik de Ruijter en Martin van Dord zien nog uitdagingen als het om ketensamenwerking gaat. Wat Erik de Ruijter vooral opvalt, dat er altijd vanuit merkeigenaren wordt geredeneerd als het over verdienmodellen in de circulaire economie gaat. ’85 procent van de Nederlandse maakindustrie is toeleverancier. Waar ligt hun verdienmodel?’ Het MKB kan dat niet alleen aanpakken. Daarom pleit hij voor een actievere betrokkenheid van wetenschap, onderwijs en overheid om gezamenlijk met de industrie deze kennis te ontwikkelen. ‘Want als wij dat zelf moeten doen, kost dat teveel tijd en geld. En de ontwikkeling van de circulaire economie gaat toch al te langzaam.’

Eigenlijk raakt hij hier een punt dat veel breder geldt als het om innovatie gaat. In Nederland zijn innovatiegelden voor de top bedrijven goed geregeld. ‘Maar de middenmoot, die juist de economische groei moet realiseren, heeft moeilijk toegang tot de innovatiegelden, terwijl daar het groeipotentieel juist heel groot is’, zegt Martin van Dord. ‘De middengroep moet qua innovatie beter gefaciliteerd worden.’ Met een innovatieprestatiecontract in een waardecirkel, dat samenwerking centraal stelt, zou je tot een eerlijkere verdeling van subsidies kunnen komen. En dan kom je echt tot vernieuwing.

De rubber- en kunststofindustrie is een van de sectoren op ESEF 2016, de grootste en belangrijkste toeleveringsbeurs in de Benelux. Deze vindt van 15 – 18 maart 2016 plaats in de Jaarbeurs Utrecht.

ESEF 2016