Veel Nederlands schroot gaat naar landen als China en India. Tegelijkertijd heeft de Nederlandse metaalindustrie moeite om voldoende hoogwaardig, goed gesorteerd schroot in te kopen. Onderzoek, geïnitieerd door deze sector, laat zien dat ketensamenwerking kansen biedt om meer grip op schroot te krijgen. Met als resultaat financiële winst, energiebesparing én CO2-reductie.
‘Het loont enorm om als metaalproducent de grondstofketens te sluiten’, zegt Frank Buijs, directeur van de Vereniging voor de Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI). ‘Allereerst wordt metaalschroot steeds waardevoller door de stijgende grondstofprijzen en opkomende economieën. Ten tweede is het een verkapte bron van energie, zeker met de toenemende energieprijzen. Het smelten van metaalschroot kost namelijk veel minder energie dan gebruik van erts. Ten derde zijn producenten door recyclingafspraken met hun afnemers meer verzekerd van een constante aanvoer van goed gedefinieerd schroot, dat ze nodig hebben voor bepaalde processen. Dit verbetert de concurrentiepositie én het milieu.’
Afspraken bij aluminium
De aluminiumindustrie is al ver met het sluiten van ketens. ‘Aluminiumschroot dat vrijkomt bij de productie, vloeit vaak min of meer zonder tussenkomst van de schroothandel terug naar de basismetaalindustrie’, zegt Evelyn Overduin, die voor adviesbureau Casteller een studie uitvoerde naar de verwerking van aluminiumschroot. ‘Kijk naar afspraken tussen producent Nedal en omsmelter E-Max. Nedal levert hoogwaardig productieschroot retour aan E-max. E-max hoeft dit alleen te smelten, zonder primair aluminium of legering toe te voegen. Daarna levert E-max het basismetaal weer terug aan Nedal.’
De VNMI en de Algemene Vereniging van Nederlandse Gieterijen (AVNeG) vroegen Casteller ook voor de staalindustrie de energie- en materiaalbesparingen door schrootinzet te onderzoeken. De studies zijn onderdeel van de Routekaart 2030, die voortkomt uit de meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA3 en MEE) tussen overheid en bedrijfsleven.
Zicht op stromen
In de ijzer- en staalproductie gaat jaarlijks een kleine 4.000 kiloton schroot om, dat via diverse (om)wegen terugvloeit naar producenten in binnen- en vooral buitenland. In tegenstelling tot aluminiumproducenten verliezen de Nederlandse staalproducenten al snel het zicht op de stromen. ‘Deels verklaarbaar door prijsverschillen’, aldus Overduin. ‘Staal is zo’n vijf keer goedkoper dan aluminium, waardoor recycling minder interessant lijkt. Toch zijn er goede redenen én kansen om hoogwaardig schroot direct terug te leveren aan de basismetaalproducenten. Dit kan door in ketensamenwerking stromen beter te sorteren. Staal en ijzer zijn, in tegenstelling tot aluminium, door hun magnetische eigenschap makkelijk te scheiden van ander materiaal.’
Nieuwe businessconcepten
In de huidige markt spelen metaalschroothandelaren een centrale rol in het verzamelen, verwerken en verhandelen van schroot. Zij maken daarmee recycling van metalen mogelijk. De basismetaalindustrie heeft echter last van speculatie in de schroothandel, die zorgt voor schommelingen in de aanvoer en prijs. Ook de samenstelling van het schroot is om kostprijsredenen lang niet altijd afgestemd op de wensen van Nederlandse metaalproducenten. Met nieuwe businessconcepten kunnen basismetaalproducenten en gieterijen meer grip krijgen op metaalschroot, terwijl schroothandelaren als dienstverlener kunnen fungeren. Metaalproducenten kunnen met hun klanten afspreken dat zij goed gedefinieerd schroot direct aan hen terugleveren. Dat kan dan beter worden voorgesorteerd op legering, wat de recycling vergemakkelijkt en economisch nog interessanter maakt.
Bestaande structuren veranderen
‘In theorie kunnen we dit soort verbetermogelijkheden snel aanwijzen’, zegt Overduin. ‘De praktijk is echter weerbarstiger. Er is een gevestigde orde en het vereist veel tijd en energie om de bestaande structuren te veranderen. Daarnaast is het lastig om een businesscase rond te krijgen. Recyclen loont namelijk vooral bij grote volumes. Ook hebben Nederlandse producenten vooral behoefte aan hoogwaardige scrap. En in Nederland hebben we, in tegenstelling tot bijvoorbeeld China, geen goedkope arbeidskrachten die tegen een laag loon gebruikte producten uit elkaar halen. Bovendien is er in Nederland relatief weinig verwerkingscapaciteit voor ijzer- en staalschroot. Al deze factoren verklaren waarom het schroot nu vaak naar landen als India, China en Turkije verdwijnt.’
Commercieel voordeel
Een gemiste kans, benadrukt Buijs: ‘De ons omringende landen geven ruim baan voor de aanleg van geavanceerde metaalrecyclinginstallaties. Met het oog op de winst voor het milieu en een grotere verwerkingscapaciteit in de sector is dit ook hier wenselijk. Ons land is een logistiek knooppunt van grondstofstromen. Laten we het als BV Nederland niet aan het toeval overlaten of metaalschroot in Nederland blijft. Hopelijk komt het kabinet met een grondstoffenbeleid dat rekening houdt met het toenemende belang om metaalschroot voor ons land te behouden.’ Volgens Overduin kan de sector zelf pragmatisch te werk gaan door rechtstreeks recyclingafspraken te maken met afnemers. Inmiddels is een aantal concrete initiatieven gestart.
Belangrijkste onderzoeksconclusies
- Nederland laat op dit moment grote hoeveelheden ‘verkapte energie’ rechtstreeks het land verlaten.
- De inzet van metaalschroot bij de metaalproductie scheelt 60 tot 95 procent energie.
- Meer transparantie en regie bij de verwerking van secundaire metaalstromen bevordert de continuïteit van de aanvoer van deze waardevolle grondstoffen.
- Het voorsorteren van metaalschroot naar gewenste legering levert grote winsten in het uitsparen van benodigde primaire bijmenging.
Vereniging voor de Nederlandse Metallurgische Industrie (VNMI) |
Meerjarenafspraken energie-efficiency -MJA3 en MEE
Routekaart 2030:
Routekaart 2030 – Metallurgische Industrie en Gieterijen.pdf |