De nieuwe turbine is de opvolger van de populaire SWT 3.6-serie, de wereldwijd meest verkochte en geïnstalleerde off-shore windturbine. Daarnaast heeft Siemens op de EWEA-conferentie haar nieuwe platformconcept voor windturbines gepresenteerd. In de toekomst zullen alle windturbines van Siemens worden gebundeld onder de paraplu van vier productplatforms. Doel van deze strategie is de standaardisering en modularisering van de producten.
Ook bij de nieuwe windturbine SWT 4.0-130 van Siemens zijn alle belangrijke technologieën van de beproefde 3,6-MW-lijn toegepast. Gondel en toren zijn modernere varianten van de 3,6 MW-turbine. De rotorbladen zijn volgens het beproefde IntegralBlade-concept van Siemens uit één stuk vervaardigd, zonder lijmpunten. Het nieuwe B63 rotorblad heeft een lengte van maar liefst 63 meter, en is het langste en technisch meest geavanceerde rotorblad in de 4MW-klasse. Een draaiende B63 bestrijkt een oppervlak ter grootte van bijna twee voetbalvelden. Dankzij de geoptimaliseerde bladrand en hun twisting-eigenschappen kunnen deze aero-elastisch vormgegeven rotorbladen zware windpieken flexibeler opvangen. Ze absorberen die pieken als het ware, ongeveer zoals schokdempers in auto’s de schokken absorberen. Dankzij deze technologie kunnen langere rotorbladen worden toegepast, wat de windopbrengst en daarmee het rendement van de turbine ten goede komt.
Sinds december 2012 wordt het prototype van de SWT 4.0-130 met glansrijke resultaten getest in het Deense Østerild. De serieproductie zal naar verwachting in 2015 van start gaan. ‘Vergeleken met onze bestseller, de SWT 3.6-120, vergroten we met de ontwikkeling van de SWT 4.0-130 de energie-opbrengst tot wel 15 procent’, aldus Henrik Stiesdal, Chief Technology Officer van de divisie Wind Power (Siemens-sector Energy).
Het nieuwe platformconcept van Siemens is een nieuwe stap op weg naar industrialisering in de windenergie-branche. Naar voorbeeld van de automobielindustrie worden alle windturbines samengebracht onder de paraplu van een productplatform. Elke eenheid bestaat uit vijf of zes modulen, die binnen één platform voor verschillende turbines worden gebruikt. ‘Door binnen onze productplatforms componenten te standaardiseren en te modulariseren, kunnen we de kosten voor productie en logistiek terugdringen. Dat is een belangrijke stap op weg naar de verwezenlijking van ons doel om windenergie onafhankelijk van subsidies te maken’, aldus Stiesdal.
In de toekomst zullen alle turbines die Siemens aanbiedt, behoren tot een van de platforms Siemens G2, Siemens G4, Siemens D3 of Siemens D6. De naam van elk platform wordt bepaald door een combinatie van de toegepaste aandrijftechnologie en de vermogensklasse van de windturbines. Platforms die gebaseerd zijn op tandwielkasttechnologie voeren de letter G (geared). Platforms zonder tandwielkast voeren de prefix D (direct drive). Met zijn vermogen van 4 MW behoort de windturbine SWT 4.0-130 evenals de bekende 3,6 MW-turbines tot het Siemens G4-platform.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…