De sluiting van Ford Genk is een zware slag voor de Belgische automobielsector en economie. Agoria, de federatie van de technologische industrie,laat weten dat naast de Ford fabriek, ook een veertigtal toeleveranciers rechtstreeks de gevolgen hiervan zullen voelen.
Direct en indirect zorgt Ford Genk voor 9.460 banen. In de Ford fabriek zelf werken 4.300 medewerkers. En nog eens 1.305 mensen zijn tewerkgesteld in de bedrijven aan de ‘conveyor’ die uitsluitend aan Ford Genk toeleveren. Daarnaast staan er nog 3.855 banen bij industriële en dienstentoeleveranciers op het spel, schat de federatie. ´Na de sluiting van Opel, is er niets fundamenteels veranderd aan onze concurrentiepositie. Ford Genk wordt nu het slachtoffer van een combinatie van overcapaciteit in een door de crisis getroffen sector en de concurrentie met fabrieken in andere landen.´
Agoria vindt dat er een Europese aanpak voor de automobielindustrie nodig is. Bij herstructureringen halen de grotere autolanden de bovenhand, wat funest is voor kleinere landen zoals België. De Europese Commissie beperkt zich te vaak tot het publiceren van rapporten waar geen gevolg aan wordt gegeven. De federatie benadrukt in dat verband ook het belang van innovatie. Europa zou de nodige innovatie-inspanningen van de komende jaren voor het ‘groene voertuig’ financieel moeten steunen en samenwerkingsverbanden promoten door onderzoeksconsortia tussen de verschillende Europese actoren te stimuleren. Onder meer het technologisch competentiecentrum Flanders’ DRIVE moet hierin een rol spelen.
Ook in België moeten de overheden de voertuigsector en meer in het algemeen de industrie blijven ondersteunen. Onder meer door maatregelen die de concurrentiekracht verbeteren.