De tegenvallende vraag naar staal op de EU-markt en de voortdurende dalende importprijzen hebben geleid tot verdere dalingen van de staalprijzen. De staalfabrikanten naderen wederom hun absolute pijngrens en als de vraag naar staal zo laag blijft, zullen fabrikanten waarschijnlijk weer productiebeperkingen invoeren en dus hoogovens sluiten.
Hoewel staalprijzen traditioneel vaak stijgen bij de start van de lente, is dit nu nog onzeker. Dat stelt het StaalJournaal van Noviostaal van 14 maart.
China
Alle ogen in de staalmarkt zijn gericht op China. De economische vooruitzichten aldaar stemmen de markt negatief, omdat weliswaar gesproken wordt over een verwachte groei van ruim vijf procent in 2024, maar andere economische indicatoren juist een neerwaartse trend vertonen.
Zo is de werkloosheid vooral onder jongeren enorm gegroeid, zijn de ontwikkelingen op de aandelenbeurzen van Peking en Hong Kong negatief te noemen, komt de vastgoed marktondanks stimuleringsmaatregelen door de nationale overheid niet uit de negatieve spiraal, blijft de inkopersindex (PMI) voor staal hangen op 46 punten (wat duidt op matige economische activiteiten) en trekt een groeiend aantal buitenlandse investeerders zich uit China terug als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen.
Al deze zaken tezamen leiden tot een lager verbruik van grondstoffen, zoals staal. Het is dus niet vreemd dat grondstofprijzen meegaan in die dalende trend. Sinds begin januari 2024 zijn steenkool en ijzererts aanzienlijk goedkoper geworden, waarbij laatstgenoemde zelfs bijna twintig procent. Ook schroot heeft last van die negatieve prijsontwikkeling en wordt sinds begin dit jaar januari ruim tien procent lager aangeboden. China heeft als grootverbruiker respectievelijk als grootste staalproducerend land ter wereld de meeste invloed op de globale staalmarkt en -prijzen, die daardoor logischerwijs ook afzwakken.
Europa
Maar ook ontwikkelingen binnen de EU zelf hebben hun impact op het Europese prijsniveau. Aan de ene kant zijn er de aanhoudende strubbelingen bij de Liberty Group, bijvoorbeeld bij haar vestiging in Tsjechië waar nog steeds een dispuut over achterstallige betalingen speelt, wat leidt tot een lagere staalproductie. Datzelfde probleem speelt bij ADI (Acciaierie d’Italia), voorheen ILVA, waar de aanhoudende milieuproblemen en voortdurende discussies tussen aandeelhouders onderling alsmede met de regionale en nationale overheid tot een productiviteit van slechts 25 procent van de bestaande capaciteit heeft geleid. Onlangs heeft aandeelhouder ArcelorMittal besloten zich uit de onderneming terug te trekken en is de onderneming failliet verklaard, waardoor de nationale overheid in kan grijpen om het concern en daarmee de werkgelegenheid te redden. Voorlopig lijken daar de moeilijkheden nog niet uit de wereld geholpen, waardoor het bedrijf vooralsnog niet normaal zal kunnen produceren.
Daarenboven zijn er door diverse EU-producenten recentelijk weer hoogovens in gebruik genomen, waardoor het totale staalaanbod op de Europese markt ruimer is geworden. Anderzijds echter stagneert de Europese economie als geheel ook en van belang daarbij is op te merken, dat vooral de Bondsrepubliek Duitsland met economische strubbelingen kampt. Dat laatste wordt onder meer veroorzaakt door de stagnerende automobielindustrie, want de productie over de eerste twee maanden van 2024 daalde vijf procent vergeleken met die van 2023 en dat wordt gevoeld bij de staalafzet.
Bovendien is de subsidie op E-voertuigen in de Bondsrepubliek dit jaar verlaagd wat voor de branchevereniging VDA aanleiding is geweest het te verwachten aantal verkopen neerwaarts bij te stellen. Diverse toeleveranciers van de auto-industrie spreken zelfs over een omzetdaling van 25 tot 30 procent en een van de grootste ondernemingen in deze branche overweegt in verband met die te verwachten minder aantal opdrachten in combinatie met de pessimistische vooruitzichten Europa breed zo’n tien procent van haar werknemers te laten afvloeien.
Deze ontwikkelingen zijn overigens niet zo vreemd als er sinds kort in het Europese Parlement ook nog eens geluiden rondgaan om mogelijk het verbod op verbrandingsmotoren per 2035 uit te gaan stellen. Groeiende onzekerheid dus voor de autobranche en waar moeten de Europese automakers zich dan op richten? Los daarvan wordt de EU-markt overspoeld met E-voertuigen welk in China zijn geproduceerd en tegen prijzen waartegen de Europese autobouwers niet kunnen concurreren vanwege hogere kosten en strenge(re) milieueisen.
Risico’s
De tegenvallende staalbehoefte binnen de EU-markt en de druk van lager wordende prijzen voor geïmporteerd materiaal heeft geleid tot een prijsverval. Het kopen in en invoeren van ogenschijnlijk goedkoper staal uit Azië brengt echter wel een aantal risico’s met zich mee. De transporttarieven en verzekeringskosten van goederen, die door het Suezkanaal vervoerd worden, zijn hoog opgelopen, veroorzaakt door de gewelddadigheden in de Rode Zee respectievelijk de Gazastrook. Bovendien is er daardoor met langere levertijden rekening te houden en bestaat er onzekerheid over de continuïteit van de vigerende Safeguards en de bijbehorende quota’s. De Safeguard regeling loopt medio 2024 af en het is nog onduidelijk of die regeling wel of niet verlengd gaat worden. Importeurs stellen zich in het algemeen daarom wat terughoudender op.
Het eerdergenoemde prijsverval staat op de gebruikelijke prijsbeweging in het voorjaar. Na de winterperiode en bij aanvang van de lente vertonen staalprijzen namelijk meestal een stijgende lijn. Bovengenoemde import belemmerende zaken zouden in het voordeel voor de Europese staalfabrieken moeten werken, maar compenseren nog lang niet de afgenomen vraag. De verwachting van hogere prijzen in combinatie met meer bestellingen, die de fabrieken eerder dit jaar hadden, wordt dus niet bewaarheid. De door een van de grotere staalproducenten genoemde minimum basisprijs van 820 euro per ton voor warmgewalste coils is inmiddels al ver uit beeld geraakt. Een bijkomend geluk voor de staalmakers is de al genoemde daling van de grondstofprijzen, waardoor staal fabriceren goedkoper wordt. Desondanks zijn de actuele marktprijzen voor de producenten wel tegen de pijngrens aan.
Om die reden is het waarschijnlijker dat fabrieken weldra méér zullen gaan neigen naar – wederom- productiebeperkingen, dus het tijdelijk sluiten van ovens en walslijnen, om te proberen een prijsstabilisatie te bereiken, dan mee te willen gaan met de trend van dalende marktprijzen.
ArcelorMittal
Het gietovenproject van ArcelorMittal op de locatie van Fos-sur-Mer (Frankrijk) nadert zijn afronding. De staalproducent meldt dat de opstart en optimalisatie van het project gepland staan voor het tweede kwartaal van 2024. Dit zal de CO2-voetafdruk met bijna tien procent verminderen, aangezien het bedrijf tegen 2030 een reductie van 35 procent wil bereiken. De totale investering in het project, dat in 2022 begon, bedroeg ongeveer 76 miljoen euro, waarvan vijftien miljoen eruo afkomstig was van de Franse overheid. Na deze installatie is de producent van plan een elektrische hoogoven van vijf miljoen ton per jaar te bouwen in Fos-sur-Mer, die naar verwachting in 2027 operationeel zal zijn. ArcelorMittal neemt een groot belang van 28 procent in Vallourec, een Franse buizenfabrikant, voor ongeveer 955 miljoen euro. De staalproducent heeft aangekondigd dat het de komende zes maanden geen bod zal doen op de resterende aandelen van Vallourec.
Thyssenkrupp Steel
De Duitse staalproducent heeft aangekondigd dat het van plan is een testfaciliteit voor direct gereduceerd ijzer (DRI) te bouwen, samen met bijkomende infrastructuur, in haar staalfabriek in Duisburg. Het doel van dit project is om onderzoek te doen naar de productie van DRI. De geschatte investering voor de bouw van deze demonstratiefabriek bedraagt ongeveer tien miljoen euro. Het project maakt deel uit van het zogenaamde “H2Stahl initiative”, dat wordt gefinancierd door het Duitse federale ministerie van Economische Zaken en Klimaatbescherming.
Acciaierie d’Italia
De Acciaierie d’Italia (ADI) is door het tribunaal van Milaan failliet verklaard vanwege een tekort aan liquide middelen. Vorige maand heeft de Italiaanse regering ADI onder buitengewoon bestuur geplaatst, waarbij de controle over het bedrijf werd overgedragen van ArcelorMittal en Invitalia naar door de regering benoemde commissarissen. De autoriteiten zijn actief op zoek naar particuliere investeerders om te voorkomen dat de in moeilijkheden verkerende staalproducent wordt genationaliseerd. Volgens bronnen zijn er gesprekken gaande met lokale staalproducent Arvedi, evenals Metinvest en de dochteronderneming van Jindal Steel, Vulcan Green Steel. Hoewel Arvedi geen commentaar geeft op mogelijke betrokkenheid, heeft Metinvest zijn interesse wel kenbaar gemaakt.
Indicatieve basisprijzen
Indicatieve basisprijzen per ton | Warmgewalste coils | Koudgewalste coils | Sendzimir verz. coils | Kwartoplaat |
Januari 2024 | € 730 – 770 | € 820 – 850 | €840 – 880 | € 850 – 900 |
Februari 2024 | € 730 – 770 | € 820 – 850 | €840 – 880 | € 850 – 900 |
Maart 2024 | € 700 – 730 | € 785 – 810 | €800 – 840 | € 820 – 875 |
* Bij deze prijzen dienen nog toeslagen voor kwaliteit, dikte/breedte/lengte en eventueel beitsen, evenals vrachtkosten gerekend te worden.
*** Genoemde (basis-)prijzen zijn indicatief, circa en geheel vrijblijvend.