Is er te spreken over een China-effect of een chips-effect? Feit is dat in alle belangrijke markten de staalprijzen lager genoteerd worden. Zelfs in de Amerikaans markt is de prijs voor warmgewalste rollen sinds september dit jaar ondanks de beschermende importmaatregelen met ruim vijf procent gedaald. Het enige product wat nog een prijsstabiliteit laat zien is kwarto plaatstaal. Dat blijkt uit Het Staaljournaal van Noviostaal van 15 november 2021.
De levertijden van de Amerikaanse fabrieken zijn inmiddels ook korter geworden. De belangrijkste oorzaak voor deze ontwikkelingen op de VS-markt ligt bij het tekort aan chips, waardoor diverse automobielproducenten hun productie drastisch moesten beperken en dus een kleinere behoefte aan staal hebben. Naar schatting worden er in 2021 maar liefst drie miljoen auto’s minder geproduceerd dan gepland. Het chips-effect dus. Ook in China daalde de staalafname en gingen de prijzen omlaag.
De Europese staalfabrieken hebben de laatste maanden enerzijds te maken gekregen met een afnemende vraag, omdat veel verbruikers en service centers c.q. handelaren te kampen kregen met sterk oplopende voorraden. De staalproducenten leverden hun afnemers sneller dan verwacht oudere opdrachten uit en bij nieuwe -deze zomer- geplaatste bestellingen hielden de staalmakers zich veel beter aan de bevestigde levertijden. Gevolg was dat veel meer materiaal op de markt beschikbaar werd. Anderzijds worstelen ook de EU-staalmakers met het grote probleem, dat de automobielbranche veel minder staal verbruikt dan voorzien was. Het chips-effect dus.
De hiervoor genoemde sector is goed voor ongeveer zestien tot achttien procent van de staalafzet en een dalende afname wordt door de staalproducenten snel gevoeld. De annuleringen respectievelijk het naar achter verschuiven van orders brachten en brengen de staalfabrieken in problemen van velerlei aard. Bijvoorbeeld het gegeven, dat de productieplanning bij de staalmakers door het uitstellen van de te leveren orders overhoop werden gegooid. Daarnaast hadden veel fabrieken al bestellingen geproduceerd en waren die volumes klaar voor verzending, wat echter niet gedaan mocht worden. Dat leidde tot de volgende situaties.
Plotseling werden lopende bestellingen vanuit andere branches sneller uitgeleverd. De opslag van half-gereed of gereed materiaal bij de fabrieken puilden uit, dus hebben zij getracht deze hoeveelheden in andere branches aan de man te brengen. (Half-gereed materiaal betreft hier uit te walsen plakken (brammen) en gereed materiaal kan zijn warmgewalste en/of koudgewalste en/of Sendzimir verzinkte rollen). Noodgedwongen zochten fabrieken ook naar mogelijkheden dit overtollige materiaal naar buiten Europa te exporteren, onder andere Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Tegelijkertijd zijn diverse producenten naarstig op zoek gegaan naar opslaghallen, omdat hun eigen capaciteiten overvol zijn. Daar lopen ze echter tegen een ander probleem aan. Vorige maand meldde Noviostaal al dat de havens vol liggen met importmateriaal, omdat er te weinig vervoerscapaciteit beschikbaar is die hoeveelheden te distribueren. Die krapte in de logistiekbranche ervaren de staalproducenten nu zelf ook. En dat leidt tot een logische verklaring waarom de staalmarkt ineens wordt overspoeld met zogenaamde offertes voor spot business, of wel spontane maar eenmalige aanbiedingen voor hoeveelheden warmgewalste en koudgewalste coils met een relatief korte levertijd èn tegen niet-marktconforme prijzen.
Natuurlijk gebeurde dat ook onder druk van laaggeprijsd importmateriaal. Maar fabrieken moeten simpelweg hun overtallige volumes kwijt en door deze weliswaar lager dan de gangbare marktprijzen binnen de EU aan te bieden kan men uiteindelijk een beter -of minder slecht- resultaat boeken dan die hoeveelheden tegen nog lagere prijzen op de exportmarkt te offreren. Ook logisch in dit verband is te mogen veronderstellen dat deze lage prijsvoorstellen binnen afzienbare termijn zullen verdwijnen, want ooit zal het surplus van deze autohoeveelheden verdwenen zijn en zeker ook zal de autoproductie gaan herstellen.
Met name de Noordwest-Europese fabrieken streven er naar de basisprijs voor het eerste kwartaal c.q. eerste halfjaar op minimaal 1.060 tot 1.100 euro te houden of te krijgen. Dat streven is absoluut nodig, want het versterkt hun onderhandelingspositie bij de contractbesprekingen met de automobielindustrie, die nog steeds aan de gang zijn. Dat leidt dan wel tot de vraag: hoe realistisch is dat streven? Er wordt namelijk nog steeds goedkoop importmateriaal aangeboden, hoewel de extreem lage prijzen, zoals die in september en oktober, wel verdwenen zijn. Echter kijkend naar de kostenkant is te zien dat de ijzerertsprijs vorige maand weliswaar behoorlijk gefluctueerd heeft, maar momenteel neerwaarts tendeert. Ook de vooruitzichten op wat langere termijn zijn niet positief te noemen.
Belangrijkste oorzaak daarvan is de fors gedaalde afname door grootverbruiker China. Dat komt niet alleen vanwege het opgelegde regeringsbeleid om de totale productieopbrengst van ruwstaal dit jaar tot maximaal dezelfde hoeveelheid van 2020 te laten groeien. Ook speelt daar, naast een energietekort, het milieubeleid van de centrale en regionale overheden een rol, die sterk vervuilende productiebedrijven dwingen hun productie te verlagen. Bovendien worden in China in het voorjaar 2022 de Olympische Spelen gehouden en de nationale regering wil dan ook zo min mogelijke luchtvervuiling hebben. Het staalverbruik in China is in de laatste twee maanden sowieso al gedaald, onder andere veroorzaakt door de problemen bij de grote onroerend goed investeerder Evergrande, zoals vorige maand al door Noviostaal bericht. Dit concern heeft tot opluchting van velen overigens wel recentelijk weer aan haar betalingsverplichting, in dit geval rente, kunnen voldoen, maar er blijven nog twijfels of het bedrijf vanwege de enorme schuldpositie kan voortbestaan.
De staalprijzen in ’s werelds tweede economie, maar globaal gezien de grootste producent, zijn in de afgelopen maand ook gezakt onder andere als gevolg van de eerdergenoemde problemen in de onroerend goed sector. Als prijzen in China dalen, is dat elders in de wereld ook merkbaar. Hier is dus sprake van het China-effect. De algemene verwachting is wel dat daar een prijsherstel zal plaatsvinden zodra de winterperiode op haar eind loopt. Hoe dan ook zal China voorlopig niet erg actief zijn op de exportmarkt, wat voor Europa wellicht betekent minder import uit en minder concurrentie van dat Aziatische land.
Positief nieuws is dit keer te melden uit Japan, waar Toyota verwacht in december weer tot een normaal productievolume te komen. De automaker heeft 28 fabricagelijnen in het land en heeft sinds mei te maken gehad met gereduceerde productie. Lukt het Toyota inderdaad de productie weer op het oude niveau te brengen, dan betekent dat niet alleen een waarschijnlijk weer normale beschikbaarheid over chips, maar ook een toenemend staalverbruik. Het chips-effect dus.
De prijzen voor steenkool zijn de afgelopen vier weken ook redelijk constant geweest. Daarentegen zijn cokes- en schrootprijzen weer lager geworden. Mogen die laatste grondstoffen vanwege de marktontwikkelingen dan goedkoper zijn geworden, dan staat daar weer wel tegenover dat de verhouding US dollar versus euro in het nadeel van de Eurozone is gewijzigd. Een gedeelte van de verlaging van de grondstoffenprijzen is door de veranderde ongunstiger koersverhouding dus weer opgesoupeerd. Het hete hangijzer op dit moment tenslotte is de energieprijs, waarvan het lastig is een ontwikkeling te voorspellen, maar die wel een belangrijke kostenfactor is bij de productie van staal. Diverse exporterende landen hebben mede daarom recentelijk hun staalprijzen voor uitvoer naar de EU opwaarts bijgesteld.
Er was daarnaast enige hoop dat de overeenkomst tussen de EU en de Verenigde Staten over de wijziging van de wederzijdse invoerheffingen op staal en aluminium tot een verruiming van de exportmogelijkheden voor de Europese fabrieken zou leiden. Gekeken naar de voorwaarden en de daardoor vrijgekomen volumes van de diverse staalproducten dan is die verruiming echter in werkelijkheid maar zeer beperkt van omvang te noemen. De VS verbruikt jaarlijks 45 tot 50 miljoen ton staal. De EU mag vanaf 1 januari 2022 in totaal 3,3 miljoen ton staal per jaar naar de VS exporteren. Verhoudingsgewijs zeer beperkt dus en bovendien met die restrictie dat het van origine Europees gesmolten en gegoten staal moet zijn. Daarmee moet worden voorkomen, dat walserijen in de EU bijvoorbeeld plakken (brammen) uit niet-EU-landen importeren, die op lijnen binnen Europa uitwalsen en vervolgens exporteren naar de VS. Bij die 3,3 miljoen ton moet ook nog eens aangetekend worden, dat diverse Europese staalfabrikanten juist vanwege de hoge verkoopprijzen in de VS en ondanks de vigerende importheffingen, toch al bepaalde hoeveelheden exporteerden. Kortom het volume-effect van deze overeenkomst is voor de EU zeer beperkt te noemen.
Alle bovengenoemde onderwerpen samengevat hebben velen de verwachting dat de prijzen binnen de EU het dieptepunt bereikt hebben, voor de komende maand wordt een prijsstabilisatie voorzien, waarop later een herstel zal plaatsvinden.
Medio november maakte de staalproducent ArcelorMittal de financiële resultaten over het derde kwartaal 2021 bekend en rapporteerde een recordresultaat sinds 2008. De omzet bedroeg 17,5 miljard euro en de winst 4,6 miljard euro. In 2020 waren dat respectievelijk 11,5 miljard en een verlies van 225 miljoen euro. In het vorige kwartaal voelde het bedrijf de crisis in de automobielsector vanwege het tekort aan chips behoorlijk, want in vergelijking met het voorgaande kwartaal daalde de geleverde hoeveelheid staal. Het in het derde kwartaal van 2021 geleverde tonnage in Europa is sinds 2017 het laagst, met uitzondering van het door Covid-19 geteisterde tweede kwartaal van 2020. Andere oorzaken waren de problemen veroorzaakt door Covid-19 en de capaciteitsproblemen in het transport. De ArcelorMittal groep is qua staalproductie de tweede producent van de wereld na BAO Steel (China).
De grootste staalproducent van Oostenrijk bracht onlangs haar cijfers over het derde kwartaal naar buiten. De omzet nam toe met 63 miljoen euro t.o.v. het voorgaande kwartaal tot 3,5 miljard euro, maar de nettowinst (na belastingen) daalde met ruim 32 miljoen euro naar 226,5 miljoen euro. In vergelijking met dezelfde periode in 2020 echter nam de omzet met bijna twee miljard euro toe tot ruim zeven miljard euro en het resultaat verbeterde met ruim 761 miljoen euro naar 486 miljoen euro (2020 een verlies van 277 miljoen euro). Ook Voestalpine maakt in haar verslag een opmerking over de problemen in de automobielsector. De staalfabriek levert 28 procent van haar omzet aan de laatstgenoemde branche. In totaal wordt in Oostenrijk 8,1 miljoen ton staal geproduceerd, waarvan het Voestalpine concern het leeuwendeel voor haar rekening neemt. Het staalbedrijf maakte ook bekend 188 miljoen euro te investeren in een nieuwe beitslijn met een capaciteit van bijna twee miljoen ton, die medio 2023 in bedrijf zal zijn.
De Duitse staalproducent presenteerde recentelijk haar financiële resultaat over de periode januari t/m september 2021 en liet een nettowinst (voor belastingen) zien van 604,5 miljoen euro, wat een verbetering is van 829 miljoen euro in vergelijking met dezelfde periode in 2020. De omzet steeg eveneens fors van 5,26 miljard euro naar ruim zeven miljard. Voor heel 2021 verwacht het concern een omzet te halen van negen miljard euro.
Ook het Indiase staalconcern publiceerde deze maand haar kwartaalcijfers. De geconsolideerde nettowinst over het derde kwartaal bedroeg 1,7 miljard dollar, wat een verzevenvoudiging is van het resultaat behaald in dezelfde periode in 2020. De gerealiseerde staalproductie bedroeg in die periode 4,73 miljoen ton (+ 11%).
Begin 2021 stegen de prijzen voor ijzererts, grondstof voor de staalproductie, enorm, maar als gevolg van de opgelegde productiebeperkingen in China daalde de vraag en kwamen de prijzen onder druk te staan. Fitch Solutions heeft de verwachte prijsniveaus voor de korte en langere termijn al neerwaarts bijgesteld. Voor dit jaar was in augustus de verwachting 170 dollar per ton, maar dat is al gecorrigeerd naar 155 dollar/ton. Voor 2022 veronderstelde men een prijs van 130 dollar/ton, dat men inmiddels echter ook neerwaarts bijgesteld heeft naar 90 dollar/ton. Tot aan 2030 verwacht men zelfs dat prijzen zullen dalen naar 52 dollar/ton.
Volgens informatie van Eurofer steeg de staalconsumptie in het tweede kwartaal binnen de EU in vergelijking met het eerste kwartaal 2021 met 3,7 miljoen ton naar veertig miljoen. Het vorige kalenderjaar was het verbruik vanwege Covid-19 (ca. 129 miljoen ton) met ruim 10,4 procent gedaald in vergelijking met 2019 (ca. 144 miljoen ton). Voor dit jaar is de prognose 146 miljoen ton en voor 2022 wordt het verbruik geschat op 153 mto. Echter, het is realistisch te verwachten dat dit neerwaarts zal worden bijgesteld indien de problemen in de automobielbranche vanwege het tekort aan chips zullen aanhouden.
De constructie- en bouwbranches waren in 2020 in Europees verband gezien de grootste staalverbruikers met een aandeel van 35 procent. De automobielproductie is goede tweede met een afname van achttien procent, gevolgd door metaal- & machinebouw (beide 14%), en buizenproductie met dertien procent.
Het aanhoudende tekort aan halfgeleiders doet de automobielproductie nog steeds veel pijn en dat is niet alleen te merken bij het gedaalde staalverbruik in die sector, maar ook in de verkoopcijfers die in geheel Europa bekeken dramatisch te noemen zijn. Zo daalde in Duitsland de registratie van nieuwe personenwagens in oktober met ruim dertig procent ten opzichte van 2020. In Frankrijk met bijna 31 procent en België zelfs met ruim 35 procent. De productie in Italië bedroeg in september 32.000 stuks, een daling van ruim 53 procent in vergelijking met september 2020. In Nederland werden in afgelopen september 24.240 personenwagens verkocht en dat betekent een daling van bijna 24 procent in vergelijking met dezelfde maand in 2020. De branche verwacht in Nederland net iets meer dan 320.000 wagens op de weg te kunnen zetten, wat het laagste aantal is sinds tientallen jaren.
Noviostaal geeft per 15 november 2021 de volgende indicatie voor de circa fabrieks-staalprijzen voor coils en kwartoplaat in euro per ton:
Deze maand dalen de prijzen voor bijna alle soorten. De prijs van Kwartoplaat blijft gelijk, Koudgewalste coils, Sendzimir verzinkte coils en Warmgewalste coils laten allemaal een daling zien van 30 euro per ton voor, ten opzichte van de staalprijzen in oktober 2020.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…