De nikkelprijzen op de Londen Metal Exchange (LME) hebben in 2007 eventjes 53.000 dollar per ton aangetikt. Dat merkten verwerkers van inox gevoelig. De prijzen zijn inmiddels gezakt tot rond de 12.000 dollar per ton. Deze ongekende prijsschommelingen hebben volgens Thomas Pauly, directeur van Euro Inox in Brussel, de alternatieve inoxseries in de kaart gespeeld. ‘De winnaars van de crisis zijn de hoogwaardige ferritische en de duplex roestvaststalen.’
Jarenlang is de productie van inox gedomineerd door de austenitische materialen . De chroom-nikkel stalen namen lange tijd bijna driekwart van de totale productie in de wereld voor hun rekening. Stilaan verschuift dit beeld. In 2008 schommelde hun aandeel aan de wereld-RVS productie rond 60 procent. De ferrieten naderen 30 procent. De met mangaan legeerde laag nikkelstalen nemen inmiddels zo’n 10 procent voor hun rekening. In dit beeld zijn de duplex stalen met 1 tot 2 procent vertegenwoordigd. Maar dat percentage groeit.
Nikkelvrije alternatieven
Tot twee jaar geleden werd vooral in Europa veelvuldig gekozen voor de types zoals EN 1.4301 (AISI 304) en EN 1.4401 (AISI 316) reeksen als er inox gebruikt moest worden. Twee universele roestvast staalsoorten, waarmee met name de kleinere en middelgrote ondernemingen in 90 procent van de toepassingen uit de voeten kunnen. Dat maakt stockage van het materiaal overzichtelijk en financieel minder duur dan wanneer je meerdere gradaties op voorraad houdt.
De enorme prijsontwikkeling van 2007, vooral veroorzaakt door de prijsstijgingen bij de legeringen zoals nikkel , hebben de interesse voor andere types inox aangewakkerd, constateert Thomas Pauly, directeur van Euro Inox , de Europese ontwikkelingsorganisatie voor roestvaststaal. ‘Maar ook vandaag de dag zien we dat nog niet iedereen bewust is van het bestaan van goede alternatieven, waarin niet het qua prijs volatiele nikkel verwerkt is,’ stelt hij vast.
Ikea wil enkel ferritisch roestvaststaal
Deze roestvaststalen bestaan. Dit zijn vooral de ferritische materialen, waarin het chroom en soms molybdeen voor een verhoogde corrosieweerstand zorgen. Hierin zit geen nikkel, bijvoorbeeld de 1.4509 soort, die met titaan en niobium gestabiliseerd is. ‘De klant heeft met de ferritische roestvaststalen wel degelijk een optie voor bepaalde producten’, meent de Euro Inox directeur. ‘Het gebruik hiervan ontwikkelt zich dan ook goed, afhankelijk van de toepassingen.’
Soms wordt dit ook gestimuleerd door klanten. Zo wil het Zweedse woonwarenconcern Ikea enkel nog inoxproducten in de winkels die gemaakt zijn van ferritische roestvaststalen. Men wil niet overgeleverd zijn aan de sterke prijsschommelingen op de legeringenmarkt. ‘In de machine- en tankbouw zijn deze series minder populair,’ zegt Pauly. Daar bestaan eisen, bijvoorbeeld qua plaatdikte of laagtemperatuurbestendigheid, waarvoor andere types RVS beter geschikt zijn.
Het alternatief is hier meer de duplex roestvaststalen. Deze zijn eigenlijk een combinatie van het beste van twee werelden: een laag nikkelgehalte en een verhoogd chroomgehalte, waardoor de mechanische en de corrosiewerende eigenschappen van dit materiaal beter zijn dan die van zowel de ferritische als austenitische materialen.
Meer keuze ininox varianten
Deze accentverschuiving in de Europese productiecapaciteit zal een blijvend effect hebben op het gebruik van inox, verwacht de industrie. Ferritische materialen, zowel de gestabiliseerde als gewone zoals 430/1.4510 worden nu meer en meer toegepast in volumeproducten. De molybdeenlegeringen vergroten het toepassingsgebied van deze materialen, bijvoorbeeld in drinkwaterleidingen.
Tegelijkertijd zie je de trend dat duplex materialen zich bewegen in de richting van de niet-molybdeenbevattende varianten, bekend als lean Duplex. Type 1.4362 woord bij voorbeeld in bevestigingsmiddelen in bouwtoepassingen meer en meer als alternatief voor 1.4401 gebruikt want én de corrosieweerstand én de mechanische eigenschappen van het duplex type zijn hoger dan diegenen van de klassieke austenitische staal. Er komen dus meer keuzemogelijkheden voor de gebruiker, constateert men bij Euro Inox.
Inox 200 serie
Dat is goed, want de prijsfluctuaties op de internationale markt hebben nog tot een andere ontwikkeling geleid, waarvoor je als gebruiker moet oppassen. De eerste is dat er in Europa meer import is van laagwaardige inox 200 stalen uit Azië. Deze materialen lijken op de klassieke austenitische materialen, maar door het zeer lage chroom- en nikkelgehalte – waar ze hun lage prijs aan danken – zijn de corrosiewerende eigenschappen minder goed.
‘Voor interieurtoepassingen kan dit soms, maar voor exterieur of in een agressieve omgeving zijn ze ongeschikt’, meent Thomas Pauly. In Azië wordt deze serie al langer gebruikt, in Europa is de interesse pas aangewakkeerd door de forse prijsstijgingen in 2007. De Europese staalindustrie heeft gezien dat er behoefte is aan een goedkoper materiaal voor bepaalde toepassingen en heeft daarom zelf een nieuwe Europese variant van de 200 serie ontwikkeld, de 1.4618. Dit type laat zich net zo goed verwerken en lassen als de staal EN 1.4301 (AISI 304), mits het materiaal metallurgisch goed is afgewerkt. Qua corrosieeigenschappen is het materiaal vergelijkbaar met EN 1.4310 (AISI 301).
Goedkoop roestvaststaal is duurkoop
Belangrijk is wel dat het materiaal metallurgisch op de juiste manier is geproduceerd. Dat is een ander punt waar je op moet letten, waarschuwt Pauly, daarmee de tweede ontwikkeling aanduidend. Er is namelijk goedkoop roestvaststaal te koop van kleinere producenten in zowel India als China. ‘We hebben de afgelopen jaren zowel fraude geconstateerd doordat men materialen verkoopt die metallurgisch niet aan de gestelde eisen voldoen als materialen die aan de ondergrens van de marge zitten.’
Het hoeft namelijk niet eens bewust fraude te zijn, de normen die voor de series gelden, geven een bepaalde marge. Als je als materiaalproducent op de ondergrens gaat zitten, kan dat uiteindelijk gevolgen hebben voor de kwaliteit van je product. Het probleem voor de gebruiker is dat je het aan de buitenkant van het materiaal niet ziet. ‘Pas vooral op met goedkope aanbiedingen’, waarschuwt Thomas Pauly van Euro Inox. ‘Als je een drastisch prijsverschil ziet tussen twee op het gezicht gelijke inoxseries, dan moet je echt oppassen.’