Steeds kortere levertijd voor Van Alphen Metaal

De klanten vragen volgens Cor van Alphen steeds vaker om kortere levertijden en weten ook beter wat ze precies willen hebben. ‘Toen ik net was begonnen, kon je nog wel zeggen dat er vier tot vijf weken levertijd op een werkstuk zat. Dat kan nu vaak niet meer, klanten willen binnen een paar weken geleverd krijgen. Maar nu de economie weer volop draait, loopt alles vol en wordt het weleens moeilijk om de korte levertijden die wij hebben, na te komen. Maar we hebben daarover altijd goed contact met onze klanten. Want ook als je niet op tijd kunt leveren, moet je eerlijk blijven tegenover de klant.’

  

Nieuwe uitdaging

Ronnie van Alphen begon het bedrijf in 2001. Hij werkte daarvoor als bankwerker en lasser bij Van Beek schroeftransporteurs, eveneens in Drunen. Maar na 16 jaar in deze machinefabriek te hebben gewerkt zocht hij meer uitdaging in zijn werk. Zijn baas stimuleerde hem voor zichzelf te beginnen en garandeerde hem in ieder geval voor een jaar laswerk, mocht het werk van derden het op de of andere manier af laten weten. Cor van Alphen werkte toen nog als werkvoorbereider bij VDL in Boxtel. Hij deed in die tijd in de avond-uurtjes en in het weekeinde al wel wat werk voor zijn broer. ‘Het ging uiteindelijk zo goed met het bedrijf dat ik mijn baan heb opgezegd. Ik ben samen met hem als compagnon het bedrijf gaan runnen. We vullen elkaar heel goed aan. Mijn broer heeft de overall nog steeds niet aan de wilgen gehangen en runt de werkplaats. Hij stuurt de mensen aan, maar vult ook wel eens de gaten op als dat nodig is. Zijn hart ligt vooral bij het lassen en het bankwerken, dat van mij ligt meer bij het plaatwerk, zoals het kanten en het lasersnijden. Samen met een collega doe ik de werkvoorbereiding.’

Inmiddels hebben de broers tien man personeel. Het is niet de ambitie van Van Alphen om binnen korte tijd fors te groeien. ‘Ik hoef niet per se naar 25 man personeel.’  

Klant kennen

Van Beek is als fabrikant van schroeftransporteurs nog steeds een van de grootste klanten van Van Alphen. Voor deze klant bouwt het bedrijf onderdelen voor machines, maar in de hal staat nu ook een bijna compleet afgebouwde machine. Andere klanten die de toeleverancier nu heeft voor het werk in RVS, zijn bijvoorbeeld een fabrikant van olieafscheiders en fabrikanten van machines voor de voedingsmiddelenindustrie. Als het gaat om het bewerken van staal, levert het bedrijf aan een fabrikant van machines voor de landbouw. ‘Maar dit is vooral seizoenswerk. Van december tot en met de zomer werken we voor deze klant, na de zomervakantie is het werk hierin heel erg minimaal. We maken ook kleine onderdelen voor stalen ramen en deuren.’

Grote series produceert Van Alphen niet. ‘We hebben veel verschillende klanten. Dat vraagt om flexibiliteit en je moet goed weten wat de klant precies wil. Want niet iedere klant levert een nauwkeurige tekening aan. Dat betekent dat je wel een beetje gevoel moet hebben bij de klant. Want hoe nauwkeurig moet een opdracht worden gemaakt, moet het product bijvoorbeeld worden afgebraamd of niet? We hebben bijvoorbeeld een klant die in zijn vakgebied de duurste producten maakt. Alles moet dan ook kras- en braamvrij zijn. Dat meedenken, dat verwachten de klanten inmiddels ook wel een beetje van ons.’ 

  

Meer dan lassen

In eerste instantie bestond het werk van het bedrijf van beide broers vooral uit lassen. Maar dat veranderde met de aanschaf van een klein gebruikt kantbankje. Al gauw kwam er een grotere kantbank en een watersnijmachine. Zo’n 1,5 jaar geleden werden een fiber lasersnijmachine en een kantbank aangeschaft. ‘We kunnen nu de meest gangbare bewerkingen in eigen huis uitvoeren, zoals kanten, snijden, boren en zagen. Alleen verspanen doen we nog steeds niet. Het grootste deel van ons werk bestaat uit het bewerken van RVS, maar sinds de aankoop van de lasersnijmachine werken we ook meer in stalen producten. De lasersnijmachine is een goede aanvulling op onze watersnijmachine uit 2008. Die laatste kan grotere diktes aan, maar de lasersnijmachine is weer beter in het snijden van dunner materiaal. Omdat je met het bewerken van dat dunne materiaal meestal ook meer kantwerk krijgt, hebben we vorig jaar ook maar direct een nieuwe kantbank gekocht.’ 

Het bewerken van aluminium doet Van Alphen nog wel, maar is niet meer zoveel als voor het ontstaan van de economische crisis in 2008. ‘We deden toen heel erg veel werk in aluminium voor de binnenvaart, zoals heklichtbeugels en mastjes. Maar daar is met de crisis flink de klad ingekomen. Dat werk hebben we nu helemaal niet meer.’ 

Kritisch op personeel

De diversiteit aan klanten en het feit dat eigenlijk nooit in serie wordt geproduceerd, zorgt ervoor dat Van Alphen ook veel vraagt van zijn werknemers. ‘De mensen in de werkplaats moeten ook weten wat de klant wil. Daarom neem ik ze soms ook wel eens mee naar een klant. Dan begint het werk van die klant bij die jongens ook een beetje te leven. Als ze bij de klant zien dat er geen vlekjes op de machines mogen zitten, dan weten ze bijvoorbeeld in het vervolg dat ze daar rekening mee moeten houden. Met deze service kunnen we ons ook onderscheiden bij de klanten.’ 

Van Alphen zegt hierdoor aardig wat van zijn werknemers te vragen. ‘We vragen van onze werknemers best veel betrokkenheid en flexibiliteit. Ook moeten ze snel kunnen schakelen. Dat zorgt er dan wel weer voor dat het moeilijk voor ons is om personeel te vinden. Vacatures staan bij ons lang open. Toch hebben we onlangs weer drie vacatures opgevuld. Maar we blijven kritisch.’

Van Alphen zit er aan te denken om het werk van de werknemers eenvoudiger te maken, maar dat blijkt niet gemakkelijk. Zo heeft hij op een beurs weleens naar robots zitten kijken. ‘Maar het automatiseren met robots voor kleine series bleek uiteindelijk nog niet zo gemakkelijk. Ik heb weleens met iemand gepraat over robots die eenvoudig zijn te programmeren en te bedienen, maar wij hebben zoveel verschillende producten dat dit moeilijk is te realiseren. De ene dag hebben we een heel groot werk, een dag later zijn we weer aan het werk met kleine onderdelen.’