Tata Steel heeft in de fabriek voor elektrolytisch verzinkt plaatstaal op coils een eigen energiecentrale in gebruik genomen. Door een warmtekrachtkoppeling reduceert het staalconcern de CO2-uitstoot met tot 50 procent en bespaart men op termijn 1 miljoen euro aan energiekosten per jaar.
Hille & Müller, een dochter van Tata Steel in Düsseldorf, is dankzij de stadsverwarmingcentrale in staat om in de toekomst voor de helft van de benodigde energie zelf op te wekken.
De centrale bestaat uit twee heetwaterketels en een kracht-warmte-koppeling. Een 2.500 PK sterke motor voor de kracht-warmtekoppeling loopt op aardgas en levert een vermogen van 2.000 kW. Daarbij komt warmte vrij, goed voor nog eens 2.000 kW energie. Deze warmte wordt onder andere gebruikt in de productie van het elektrolytisch verzinkt plaatstaal en voor het verwarmen van de gebouwen. In de toekomst, als de installatie volledig in gebruik is genomen, kan de staalproducent de jaarlijks 13 miljoen kWh elektriciteit produceren, vergelijkbaar met het gebruik van 3.000 gezinnen. De installatie heeft een investering gekost van 2,8 miljoen euro.
‘Met deze investering komt ons lange termijn doel om zelfvoorzienend te worden in onze energievoorziening een stap dichterbij. Ook neemt onze concurrentiekracht hierdoor toe’, aldus Friedmar Schittko, directeur van Hille & Müller.
Tata Steel wekt de helft van de energie voor de productie van elektrolytisch verzinkt plaatstaal zelf op. (Tatasteel-productie)