De Duitse Vereniging van Machinebouwers verwacht dat de productie in 2020 met 18 procent zal dalen. ‘Dit is iets wat de sector na de hausse van de afgelopen jaren lang niet heeft gezien’, aldus Dr. Heinz-Jürgen Prokop, voorzitter van de VDW tijdens de jaarlijkse persconferentie in Frankfurt am Main.
De daling van de vraag, die al in de tweede helft van 2018 merkbaar was, is in 2019 echt in een stroomversnelling geraakt, zo verklaarde Prokop verder. De tweecijferige daling van meer dan twintig procent, vervolgde hij, heeft de orderportefeuille weggesmolten en is nu de bepalende factor voor de ontwikkelingen in 2020.
Het afgelopen jaar is daarentegen veel beter uitgevallen dan verwacht. ‘Met een daling van slechts één procent kwam het productieresultaat uit op bijna 17 miljard euro, bijna gelijk aan het recordniveau van 2018’, meldt Dr. Prokop. De belangrijkste bijdrage hieraan was de binnenlandse verkoop, die met zestien procent steeg. Tegelijkertijd daalde de export met negen procent, een daling die vooral toe te schrijven is aan een daling van elf procent in de leveringen aan Azië en van zestien procent in de leveringen aan Amerika. Hier worden de regionale resultaten telkens gedomineerd door de grootste markten: China, met min dertien procent, en de VS, met min vijftien procent. Europa, de grootste afzetregio met meer dan de helft van de Duitse export, presteerde met min vijf procent nog steeds relatief goed.
Kortetermijnwerk moet snel worden uitgebreid
De invoer kon niet profiteren van de goede prestaties van de binnenlandse markt en daalde met een tiende. De werkgelegenheid was aan het eind van het jaar met drie procent gedaald. Bovendien meldde het ifo-instituut een toename van de arbeidstijdverkorting bij meer dan achttien procent van de bedrijven. Tweemaal zoveel bedrijven anticiperen hierop voor de komende maanden. ‘We hechten maximale prioriteit aan het behoud van banen’, benadrukt de voorzitter van de VDW. Om verdere inkrimping van de loonlijst te voorkomen, moet de arbeidstijdverkorting snel worden verlengd van 12 naar 24 maanden, dringt hij aan.
Bezettingsgraad
De aanhoudende combinatie van een conjuncturele neergang, structurele veranderingen in de automobielindustrie, een turbulent handelsbeleid en niet in de laatste plaats ook het coronavirus, dempen de neiging om over de hele wereld te investeren. De investeringen in installaties en apparatuur zullen volgens Oxford Economics in het lopende jaar met minder dan één procent stijgen. Alleen op relatief kleine markten gaat het beter, bijvoorbeeld in Vietnam, Thailand, Slowakije, Hongarije en Polen. Deze kleine markten zijn echter niet in staat om de traagheid van de grote klantnaties als China, de VS, Italië of Frankrijk te compenseren. Het gevolg hiervan is een overeenkomstige aanzienlijke min voor alle belangrijke statistieken in de Duitse werktuigmachine-industrie in het lopende jaar: productie, export, import en consumptie.
Snel herstel niet in zicht
‘Voor grote delen van de industriesector in Duitsland zal de magere periode nog lang duren’, voorspelt Heinz-Jürgen Prokop. De industriële productie in Duitsland zal opnieuw dalen. De investeringen in installaties en apparatuur bij de belangrijkste afnemers zullen slechts een marginale stijging laten zien. Voor het gereedschapsmachineverbruik wordt, na een lichte daling in het voorgaande jaar, een min van twintig procent verwacht in 2020.
Wat betreft het ondernemingsklimaat van het Ifo Instituut en de Purchasing Manager Index van Markit, beide vroege indicatoren voor toekomstige ontwikkelingen, zijn er op veel gebieden tekenen van een opleving te bespeuren. Dit is echter niet meer dan een sprankje hoop, aangezien veel curves nog diep in de min-zone zitten.
‘Dit betekent dat, in tegenstelling tot de vorige periodes van laagconjunctuur, een snel herstel niet te verwachten is’, voorspelt Dr. Prokop. Hij zegt dat de gereedschapsmachine-industrie pas in de tweede helft van het jaar een daling van het aantal bestellingen verwacht, wat echter niet zal volstaan voor een opleving. De productie zal zich dus maar langzaam herstellen en het zal even duren voordat het niveau van de afgelopen jaren weer wordt bereikt.
Digitalisering en duurzaamheid staan voorop in de werktuigmachine-industrie
‘Moeilijke tijden bieden ook een kans om jezelf opnieuw uit te vinden’, zegt een zelfverzekerde Dr. Prokop. De grootste hefboomwerking zal in de toekomst worden geboden door digitale netwerken. Dit, zo zei hij, is de mogelijkheid voor nieuwe bedrijfsmodellen, een terrein waarop met de nodige creativiteit nog veel bereikt kan worden.
Meer efficiëntie in de productieoperatie ondersteunt een duurzaam beheer en effent de weg naar de circulaire economie. Belangrijke factoren hierbij zijn onder meer de besturingstechniek en de communicatie tussen de machines . Draadloze toegang tot informatie in realtime is een belangrijke factor voor het optimaliseren van productieprocessen, capaciteiten, energie- en grondstoffenverbruik.
Met name de werktuigmachine-industrie heeft nu een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid. Voor alle onderdelen van de machine worden reserveonderdelen langdurig beschikbaar gehouden. Voor de componenten van het besturingssysteem garanderen de leveranciers software-updates voor meerdere generaties. Gereedschapsmachines worden meestal volledig gereviseerd en doorverkocht als tweedehandsmachines in plaats van buiten gebruik te worden gesteld. Dit leidt tot een tweede en soms zelfs derde leven voor de machine. Wanneer ze aan het einde van hun levensduur worden gesloopt, kunnen bijna alle betrokken materialen worden gerecycled of geüpcycled, omdat het vooral hoogwaardige materialen zijn die kunnen worden hergebruikt. Tot slot is de productiviteit van de machines extreem hoog. Dit betekent dat elk afzonderlijk onderdeel wordt vervaardigd in een energiezuinig, grondstofzuinig proces.
Naast het optimaliseren van de machinecomponenten besteden de betrokken fabrikanten bijzondere aandacht aan het energieverbruik tijdens de gebruiksfase. De gebruikte grondstoffen en het energie- en mediaverbruik bepalen mede de CO2-balans van de productie. Daarom werken fabrikanten bijvoorbeeld aan software waarmee afval en uitval verder kan worden teruggedrongen. In combinatie met nieuwe hardware kan bovendien het mediaverbruik tot zeventig procent worden teruggebracht.