FNV Bouw, CNV Hout en Bouw en Fosag zijn tot een principeakkoord gekomen voor een nieuwe cao voor het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf.
Na moeizame onderhandelingen werd 8 mei een principeakkoord voor de cao van het schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf afgesproken tussen FNV Bouw en CNV Hout en Bouw en werkgeverspartij Fosag. De cao loopt twee jaar, tot en met 28 februari 2011.
De vakbonden hebben een loonsverhoging van 1,5 procent afgesproken, per 1 januari 2010. Verder zijn er de komende twee jaar drie momenten waarop werknemers prijscompensatie krijgen. Ook de onkostenvergoedingen worden aangepast aan de gestegen prijzen. De inkomensaanvullingen voor werklozen en arbeidsongeschikten worden verhoogd met 5 procent.
Mijn Loopbaan
Er wordt fors ingezet om de instroom van jongeren en het vakmanschap in de bedrijfstak op pijl te houden. Daarnaast zijn afspraken gemaakt om te voorkomen dat werknemers die werkloos raken onnodig op achterstand komen met hun pensioen. Hiervoor wordt door de cao-partijen 5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het loopbaantraject ‘Mijn Loopbaan’ wordt uitgebreid. De opleidingskosten voor zieke werknemers die niet meer kunnen terugkeren in hun eigen functie worden voortaan vergoed.
Werknemers mogen in een ruimer dagvenster gaan werken. De normale werkdag blijft 7,5 uur, maar in de periode tussen 6.00 en 18.00 uur mag 8 uur gewerkt worden. De vergoeding voor overwerk op zaterdag wordt verlaagd van 150 naar 140 procent van het geldende uurloon.
Arbocatalogi
De sector heeft twee raamwerken van afspraken tussen werkgevers en werknemers over arbeidsomstandigheden: de arbocatalogi. Er bestaan zulke afspraken voor schilderen en vastgoedonderhoud en voor glaszetten. De cao-partijen hebben hiermee ingestemd en vanaf nu zijn de arbocatalogi onderdeel van de cao.
Vakantiefondsregeling
Tot slot is er afgesproken dat er wordt onderzocht welke regelingen voor reiskosten vereenvoudigd kunnen worden. Er komt een pilot voor de nieuwe loon- en functiestructuur en er zal onderzocht worden of het mogelijk is dat deelname aan het vakantiefonds op vrijwillige basis gaan plaatsvinden. Uitgangspunt is dat zowel de werkgever als de individuele werknemer akkoord dienen te gaan met het niet deelnemen aan de Vakantiefondsregeling.