Machinefabriek Emmen is ‘on the move’. Met de komst van een nieuwe Gemenis teach-in draaibank deze zomer gaat de Drentse machine- en bruggenbouwer met extra capaciteit het najaar in. Aan ambitie is sowieso geen gebrek in Emmen, want binnenkort staan het automatiseren van lasprocessen, het meer investeren in de engineering van eigen producten en nieuwbouw van kantoorruimte op het programma.
De tweekoppige directie Derk Jan Weeke (general manager) en Harm Veenstra (technical manager) is tevreden met de Spaanse draaibank die is gekocht bij Bender Techniek. De draaibank kan werkstukken aan van maximaal 6 meter tussen de centers en diameters tot 850mm over het suppert en 1.200 mm over het bed. Voor de plaatsing van de draaibank werd een kelder gebouwd, zodat de machine 60cm verdiept in de vloer ligt. Weeke: ‘Het in huis halen van deze machine komt voort uit een capaciteitsprobleem. Soms konden we bij klantvragen nét niet voldoen aan de lengtes en diameters voor draaiwerk. Dat lossen we met deze bewerkingsmachine op. Hij is nu een paar weken operationeel en we geven onszelf een jaar om uiteindelijk de bezettingsgraad optimaal te hebben.’
Het voordeel daarbij is dat de draaibank inzetbaar is voor alle disciplines binnen Machinefabriek Emmen: algemene machinebouw, olie en gas, infratechniek (bruggenbouw) en milieutechniek (afvalscheiding). ‘Je kunt nu eenmaal niet alleen een draaibank aanschaffen voor de bruggenbouw. Dat kan in ons geval niet uit’, vertelt Veenstra.
Dekking op uren
Weeke en Veenstra richtten in 2006 Machinefabriek Emmen op vanuit het voormalige Hidding. De nieuwe directie maakte vlot financieel schoon schip en investeerde vanaf 2007/2008 flink in het pand, kranen en de machines. In korte tijd groeide de Emmer machinefabriek van veertig man personeel naar een kleine zeventig man. Weeke: ‘De tendens is dat we de afgelopen jaren steeds breder zijn gaan opereren. We bieden totaaloplossingen in verschillende markten. Het is een oude theorie, maar je moet gewoon altijd blijven vernieuwen.’ Bij het aanboren van steeds meer markten, staat één uitgangspunt voorop: ‘volledige dekking op onze uren’, vertelt Weeke. ‘We willen altijd iedereen aan het werk hebben. Daarmee blijven we op alle vlakken concurrerend. We hebben voor een middelgroot bedrijf een redelijke forse engineeringafdeling van tien man, noodzakelijk om totaaloplossingen te kunnen bieden in verschillende markten.’
Olie en gas
Hoewel een hoge bezettingsgraad zwaarder telt bij serieproductie, zijn de projecten en producten bij Machinefabiek Emmen juist vrijwel uniek. ‘We hebben meer aan de toeleverkant gezeten, maar nu willen we langzaam ook een stapje verder. In hoeverre kunnen we eigen producten maken?’, legt Weeke uit. Met name in de olie- en gasindustrie en infratechniek, sectoren waar momenteel nog geld te verdienen is, ziet Weeke daarvoor kansen. ‘De sector olie en gas speelt momenteel dagelijks. Daarom staan we dit jaar ook op de beurs Europort in Rotterdam, een beurs die op het gebied van off-shore interessant is voor ons.’ De focus op deze sector brengt meteen een ander speerpunt met zich mee. Veenstra: ‘Omdat klanten uit de olie en gassector vaak hoge eisen stellen aan bijvoorbeeld lassen, willen we dit jaar nog onze lasprocessen gaan automatiseren.’
Bruggenbouw
Toch blijven de vier pijlers onder de TIV-exposant (1) algemene machinebouw en (2) olie en gas, (3) infratechniek (bruggenbouw) en (4) milieutechniek in evenwicht als het gaat om de omzet, die al enkele jaren rond de 10 miljoen euro ligt en gestaag met enkele procenten per jaar groeit.
Met het vizier op de toekomst verwacht Weeke dat de markt voor de bruggenbouw de aankomende jaren wat zal teruglopen. ‘Door bezuinigingen zal het budget voor aanbestedingen in infra waarschijnlijk teruglopen. Ondertussen gaan onze specialismen op andere gebieden echter verder, zodat de vijver om uit de vissen toch groter wordt en we voor Machinefabriek Emmen omzetgroei voorzien.’