De impact van de Amerikaanse invoerheffingen op de internationale staal- en metaalindustrie blijft vooralsnog beperkt. Zo zijn de prijzen voor staal en aluminium nauwelijks geraakt door de hogere tarieven. In 2017 en in de eerste helft van 2018 herstelde de staal- en metaalsector zich op de meeste markten. In 2018 was zelfs sprake van een stijging van de staalprijzen. Dit blijkt uit de Market Monitor Staal- en Metaalindustrie van kredietverzekeraar Atradius.
Volgens het rapport profiteert de sector in Nederland van de goede prestaties in de bouw, een groeiende vraag in de auto- en machine-industrie en de stijgende export. Ook de vooruitzichten voor 2019 zijn voorlopig positief. Wel zouden dreigende problemen in de bouw- en auto-industrie de sector kunnen raken.
Nauwelijks effect
Tot nu toe zijn de gevolgen van de Amerikaanse invoerheffingen op de internationale staal- en metaalindustrie beperkt. De tarieven op staal- en aluminiumimporten – respectievelijk 25 en 10 procent – die de VS eerder dit jaar afkondigden, gelden onder meer voor Canada, Mexico, China, Japan en de Europese Unie. Dit heeft echter nauwelijks effect gehad op de prijzen voor staal en aluminium.
Edwin Kuhlman, hoofd acceptatie bij Atradius Nederland: ‘Aangezien de Nederlandse staal- en metalensector vooral bestaat uit handelaren en groothandelaren in staal, is de impact van de Amerikaanse invoerheffingen voor ons land beperkt. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat de economische vertraging inmiddels is ingezet. De staal- en metaalsector is sterk afhankelijk van andere sectoren, zoals de bouw en auto-industrie.’
China bepaalt
De prijzen op de mondiale staalmarkt worden vooral bepaald door China, dat 50 procent van de productie voor zijn rekening neemt. De Chinese autoriteiten hebben aangekondigd de staalproductie terug te brengen en zijn daar ook al mee gestart.
Daarnaast probeert China via fiscaal en monetair beleid de negatieve effecten van de handelsoorlog met de VS zoveel mogelijk te beperken. Maar voglens het rapport zijn er volop risico’s: niet of onvoldoende daadwerkelijke reductie van de Chinese productiecapaciteit, escalatie van het conflict met de VS en verdere groeivertraging in Europa en de rest van de wereld.