De omzet in metaalbewerkingsmachines en gereedschappen van de VIMAG leden daalde vorig jaar. De omzet in gereedschappen daalde met 8 procent naar 153,4 miljoen euro en de omzet in metaalbewerkingsmachines met ruim 11 procent naar 163,2 miljoen euro.
Dit blijkt uit de orderstatistieken over 2008 van de sectie VIMAG van de Federatie Productie Technologie , waarin fabrikanten en leveranciers van machines, (hardmetalen) gereedschappen en software en apparatuur voor meet- en besturingstechniek zijn vertegenwoordigd.
Volgens de Vimag is de daling in de omzetten een direct gevolg van de kredietcrisis en daarmee samenhangende vraaguitval. ‘De financieringsmogelijkheden van de Nederlandse metaalindustrie voor met name machines zijn momenteel beperkt, waardoor minder machines werden verkocht. Er werd over 2008 ruim 6 procent minder machines verkocht, waarbij de daling in het laatste halfjaar van 2008 heeft plaatsgevonden,’ alldus de Vimag. Voor 2009 gana ze uit van een moeilijk jaar. Aangezien het niet zeker is wanneer de financieringsmogelijkheden weer worden verruimd en de economie weer aantrekt, kan de Vimag geen concrete verwachtingen uitspreken voor de omzetten in 2009.
Gereedschappen
De omzet voor gereedschappen bedroeg over 2008 153,4 miljoen euro; 8 procent minder dan de 165,4 miljoen euro in het jaar daarvoor . De belangrijkste omzetdalingen deden zich in 2008 voor bij de investeringsgoederen (-9% naar 8,9 miljoen euro), meetgereedschappen en meetmachines (-22% naar 26,0 miljoen euro) en overige gereedschappen (-65% naar 3,0 miljoen euro). Bij de verbruikgoederen werd daarentegen een omzetstijging genoteerd van 1 procent. Van de verbruiksgoederen vertoonde de omzet in verspanende gereedschappen een daling van 3 procent tot 88,7 miljoen euro; de omzet van niet-verspanende gereedschappen steeg met 17 procent tot 26,7 miljoen euro.
Machines
De machineomzetten daalden over 2008 met ruim 11 procent tot 163,2 miljoen euro (2007: 181,8 miljoen euro). De daling doet zich zowel voor bij verspanende (-9% naar 115,6 miljoen euro) als niet-verspanende (-18% naar 43,5 miljoen euro) machines. De omzetten van de overige machines stegen daarentegen met 60 procent tot 4,2 miljoen euro.