‘We hebben de crisis overwonnen’, zegt Nicola Leibinger-Kammüller, voorzitter van de Raad van Bestuur van de machinefabrikant voor plaatbewerking Trumpf. Tijdens de jaarlijkse persconferentie vertelt zij dat het familiebedrijf het komende boekjaar (tot 1 juli 2011) weer een omzetgroei verwacht van 20 procent.
Leibinger-Kammüller is er van overtuigd dat de tijd van rode cijfers voorbij is, mits er geen valuta-, kredietcrisis of vastgoedbubbel ontstaat. De reden voor haar optimisme is dat het aantal orders sinds dit voorjaar weer stijgt. ‘De orderintake is in die periode, vergeleken met dezelfde maanden van vorig jaar, met dubbele cijfers toegenomen.’ Leibinger-Kammüller ziet geen reden dat deze trend zich de komende maanden niet zal voortzetten.
Verlies
In het afgelopen fiscale jaar (tot en met 30 juni 2010) had Trumpf duidelijk last van de de wereldwijde economische crisis. De verkopen daalde met ongeveer 19 procent naar 1,34 miljard euro en de machineproducent leed een verlies, voor belastingen, van 59 miljoen euro.
‘Sinds dit voorjaar hebben we weer een goed gevulde orderportefeuille. In sommige markten benaderen we weer de verkoop van de recordjaren van vóór de crisis. Wij verwachten in het nieuwe fiscale jaar 2010/2011 een aanzienlijke double-digit winst’, zegt een optimistische Leibinger-Kammüller. Het Ditzinger technologiebedrijf zegt vooral profijt te hebben van de sterke Aziatische markt, met name China. Trumpf is daarom ook van plan haar Chinese productiefaciliteit uit te breiden.
Dankzij het personeel
Trumpf heeft de crisis goed doorstaan, vooral door de hulp van het personeel. Door akkoord te gaan met een werktijdverkorting en de daarbij horende salariëring én aan de andere kant een werkgarantie voor 2011, kon het bedrijf ontslagen voorkomen. De lagere salarissen zijn overigens met ingang van januari 2011 weer opgeheven. Zelfs de kerstgratificatie voor december 2010 zal weer volledig worden uitgekeerd. ‘Wij zijn ons personeel dankbaar dat zij ons door de achterliggende moeilijke periode hebben geholpen. En nu het beter gaat, zal ons personeel daar ook van meeprofiteren’, besluit Leibinger-Kammüller.