Het kabinet wil de industrie stimuleren en ondersteunen om in Nederland haar processen te verduurzamen en daarmee voorkomen dat bedrijven uit Nederland vertrekken. Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) meldt vandaag de voortgang over de maatwerkafspraken met de grootste industriële uitstoters.
De industrie zorgt direct en indirect voor meer dan een miljoen banen in Nederland en maakt noodzakelijke producten die we elke dag gebruiken. Denk aan medicijnen, voedselverpakkingen, windturbines en smartphones. De industrie is dus ontzettend belangrijk voor onze economie. Maar de industrie stoot met haar productieprocessen ook veel CO2 en andere stoffen uit. Daarom werkt het kabinet naar een schone industrie in 2050. Met de maatwerkaanpak van de Rijksoverheid kunnen de grootste industriële uitstoters een extra stap zetten om sneller minder CO2 uit te stoten en bij te dragen aan een gezonde en veilige leefomgeving. Met ondersteuning op maat kan de industrie tot 1,9 megaton minder CO2 uitstoten in 2030. De maatwerkaanpak komt bovenop de CO2-reductie die al door andere maatregelen uit het Klimaatakkoord door de industrie wordt gerealiseerd. Bedrijven worden uitgedaagd zelf met ambitieuze plannen te komen om de CO2-uitstoot van hun eigen schoorsteen en elders in de keten te verminderen, en hun impact op de omgeving te verbeteren. Het beperken van de stikstofuitstoot wordt hier in meegenomen. Met maatwerk wil het kabinet de onzekerheden, obstakels en vertragende factoren rond verduurzaming zoveel mogelijk wegnemen. Bedrijven moeten wel een visie hebben op hun weg naar klimaatneutraliteit en circulariteit, zodat ze hun activiteiten nu en in de toekomst in Nederland kunnen blijven ontwikkelen. Door te investeren in innovatie en verduurzaming, werken we naar een schone basisindustrie in 2050 en voorkomen we dat bedrijven vertrekken.
Intentieverklaringen tot nu toe: circa 40% minder CO2 uitstoot
Om tot maatwerkafspraken met de industrie te komen, worden verschillende stappen gevolgd. Dat gebeurt zorgvuldig. Elk bedrijf werkt anders en het gaat bij het verduurzamen om grote aanpassingen en stevige investeringen voor de lange termijn. In een intentieverklaring (Expression of Principles) spreken bedrijven en overheid de doelen en voorwaarden af, dit is de basis voor de vervolgstappen. Deze worden concreet en gedetailleerd uitgewerkt en vastgelegd in de overeenkomst (Joint Letter of Intent). Na advies van de onafhankelijke adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie worden deze afspraken verder in detail uitgewerkt tot juridisch bindende maatwerkafspraken.
Tot nu toe zijn er vier intentieverklaringen getekend, namelijk met staalbedrijf Tata Steel Nederland en chemiebedrijven Dow Benelux, Nobian en OCI. In totaal kunnen de ambities uit deze intentieverklaringen voor een totale CO2-vermindering van maximaal 9,1 megaton zorgen. Dat is ongeveer 40% van wat de industrie in 2030 in totaal aan CO2-uitstoot moet verminderen. Zo wil Nobian 10 jaar eerder CO2-neutraal zijn dan gepland: in 2030 in plaats van 2040. De verduurzamingsplannen van Dow kunnen voor 1,7 megaton CO2-reductie in 2030 zorgen. In de intentieverklaringen zijn ook doelen voor stikstofreductie en andere aspecten voor verbetering van de leefomgeving vastgelegd. Dow zal bijvoorbeeld met maatregelen komen om duurzamer met zoet water om te gaan.
Nationaal Programma Verduurzaming Industrie
De industrie sneller verduurzamen is een belangrijke taak. Met de intentieverklaringen die nu zijn gesloten, worden ambitieuze doelen gesteld die laten zien dat het mogelijk is extra en sneller te verduurzamen. Om de plannen om te zetten in haalbare projecten, moeten bepaalde knelpunten zoals energie-infrastructuur voortvarend aangepakt worden. Met het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie werkt het kabinet hier aan.