Wat betekent de Voorjaarsnota voor u?

Het kabinet maakte vrijdag de Voorjaarsnota 2025 bekend, een tussentijdse bijstelling van de rijksbegroting. De nota bevat forse aanpassingen in het fiscale beleid, die ondernemers en industriële bedrijven direct raken. Belastingvoordelen worden versoberd, tarieven stijgen en bestaande regelingen veranderen. Alleen op het gebied van innovatie blijft er nog ruimte voor stimulering, zoals via de WBSO.

Het kabinet verlaagt de zelfstandigenaftrek met 100 euro tot 2.470 euro. Ook de startersaftrek daalt naar 2.123 euro. Daarnaast wordt de mkb-winstvrijstelling met één procentpunt verlaagd tot 12,7 procent. Dit alles maakt het fiscaal minder aantrekkelijk om als zelfstandig ondernemer actief te zijn.

Verder werkt het kabinet aan het tegengaan van belastingconstructies waarbij directeur-grootaandeelhouders via een combinatie van een bv en eenmanszaak gebruikmaken van ondernemersfaciliteiten waarvoor ze eigenlijk niet in aanmerking komen. De inzet is om deze faciliteiten voortaan te ontzeggen bij dergelijke constructies.

Hogere belastingtarieven

De vennootschapsbelasting stijgt in beide schijven. Het lage tarief (voor winsten tot 200.000 euro) gaat naar negentien procent. Het algemene tarief komt uit op 25,8 procent. Ook de innovatiebox wordt aangepast: het bijbehorende lage tarief stijgt van zeven naar negen procent.

In box 2 wordt het tarief van de lage schijf verhoogd naar 24,5 procent, de hoge schijf stijgt naar 31 procent. In box 3, waar onder meer vermogen wordt belast, gaat het tarief omhoog naar 36 procent.

Versobering en afschaffing

Het kabinet versobert de stakingsaftrek en meewerkaftrek met 75 procent. Beide regelingen worden vanaf 2030 volledig afgeschaft. Voor ondernemers met een familiebedrijf of meewerkende partner betekent dit op termijn een hogere belastingdruk bij overdracht of samenwerking.

Daarnaast worden ook de budgetten voor milieugerelateerde investeringen verlaagd. Zowel de milieu-investeringsaftrek (MIA) als de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) moeten het met minder doen.

Stimulans voor innovatie

Positief nieuws is er voor innovatieve bedrijven: het kabinet verhoogt het structurele budget voor de WBSO met honderd miljoen euro. Tegelijk worden de tarieven aangepast. Het tarief in de eerste schijf voor niet-starters wordt verlaagd naar 36 procent; voor starters blijft dit vijftig procent. De tweede schijf daalt naar zestien procent.

Ook komt er een nieuwe fiscale regeling voor werknemersopties bij start-ups en scale-ups. Hiermee wil het kabinet ondernemerschap stimuleren door medewerkers mede-eigenaarschap te bieden.

Energiebelasting

De energiebelasting voor huishoudens wordt vanaf 2026 met tweehonderd miljoen euro verlaagd. Voor bedrijven in de industrie is er geen directe verlichting aangekondigd. Wel kan de wijziging op termijn een klein indirect effect hebben op de energiekosten.

Kansen door defensie

Het kabinet trekt structureel 1,2 miljard euro uit voor defensie en weerbaarheid. Dit is niet alleen geopolitiek van belang, maar heeft mogelijk ook economische betekenis voor bedrijven in de maakindustrie. Veel bedrijven in de metaal- en technologische sector leveren direct of indirect aan defensiegerelateerde projecten: denk aan onderdelen, hightechsystemen, voertuigbouw of onderhoud.

Tot slot worden ook diverse kleine fiscale regelingen aangepakt of herzien. De complete Voorjaarsnota is hier in te zien.